Als gevolg van bezuinigingen sluiten muziekscholen steeds vaker de deuren. Natuurlijk vind ik dat als muziekdocent zeer betreurenswaardig, maar ik pleit ook wel voor een bredere kijk op muziekonderwijs.
In de Zembla-documentaire ‘Muziekschool in Mineur’ doet de Tilburgse trompettist Eric Vloeimans kortgeleden zijn beklag over de teloorgang van de muziekschool, en over het feit dat de resterende scholen breed bereik prefereren boven de ontwikkeling van (top)talent.
Rijk aanbod
Die documentaire keek erg vanuit één domein. Namelijk de muziekscholen zoals ze vijfentwintig jaar geleden waren: volledig ingericht vanuit de (Westerse) klassieke muziek.”
Natuurlijk mogen dergelijke muziekscholen er nog steeds zijn, maar onze maatschappij is niet meer dezelfde dan 25 jaar geleden.
Om me heen zie ik overal prachtige initiatieven van bevlogen muziekdocenten die op innovatieve manieren burgers proberen te bereiken door middel van muziek. Dat kan zowel binnen als buiten de vertrouwde muziekschool.
Een voorbeeld daarvan is de Classical Talent Award van het bekende orkest Camerata Zuid. Zij gaan langs op middelbare scholen en coachen muzikaal talent. Ook zie je dat steeds meer middelbare scholen licenties krijgen om als officiële Conservatorium-vooropleiding te dienen. En wat te denken van Meer Muziek in de Klas in het primair onderwijs, en blazersklassen en leerorkesten?
Veel professionele muziekdocenten starten als ZZP-er een eigen muziekpraktijk waar ze met leerlingen aan de slag gaan. Zelf werk ik ook niet op een muziekschool, maar als freelancer bij diverse muziekverenigingen in de regio.
Al deze initiatieven samen zorgen voor een rijk aanbod dat aansluit op de behoeften in onze samenleving. Alleen kan ik me voorstellen dat mensen het overzicht soms kwijtraken.
Interdisciplinair
Er zijn dus meer wegen die naar Rome leiden. Dat het Rijk jaren geleden al de gemeentelijke toelages voor muziekscholen inperkte, leidde ertoe dat veel stadsbesturen zochten naar alternatieven.
Zo ontstonden de Centra voor de Kunsten, waar een bredere kunsteducatie centraal staat. Meer de ‘ontmoeting’ tussen verschillende kunstdomeinen, waarvan muziek er één is.
De ‘oude’ muziekschool zet muziek een beetje op een eiland, en daar hoort het in de huidige samenleving zeer zeker niet. De verbinding tussen de verschillende kunstdisciplines is juist zo waardevol en belangrijk.
Toegankelijk
Wat mij betreft moet het muziekonderwijs zich niet als eerste bezighouden met de ontwikkeling van (top)talent, maar veel meer op een breed bereik. Muziekeducatie moet voor iedereen toegankelijk zijn. Juist de genoemde initiatieven in het veld (en het muziekonderwijs op school, waar veel gemeentelijk geld dat oorspronkelijk was bedoeld voor de muziekscholen nu heen gaat) zorgen daar ook voor. En dat is wat mij betreft ook goed: de effecten van muziekonderwijs op het jonge brein zijn zo groot en belangrijk, dat wil je alle kinderen in Nederland meegeven.
Veel muziekonderwijs is via programma’s als ‘Meer muziek in de klas’ verschoven van muziek- naar basisschool. Sommige Centra voor de Kunsten zetten hun docenten structureel in om naar basisscholen te gaan. Hun aanbod sluit aan bij de behoefte en de belevingswereld van het kind, dat dan haast vanzelf naar een meegebracht instrument grijpt.
Uitlaatklep
Toch moet ook de Rijksoverheid zich nog even achter de oren krabben vind ik, want kunst kun je niet puur zakelijk benaderen.
Want naast alle bewezen positieve invloeden van muziek op het brein moeten we als maatschappij vooral inzien dat kunst een uitlaatklep is, een middel om jezelf te uiten. Maar ook een manier om bruggen te slaan tussen verschillende groepen en culturen. Gezien deze waarde zou de Rijksoverheid per inwoner een bedrag kunnen reserveren. Niet alleen voor het muziekonderwijs, maar voor alle kunstdisciplines. Kunst draagt simpelweg bij aan ons welzijn en is alleen daarom al cruciaal.