| > Diepte Over het algemeen zal een mondstuk met een grote en/of diepe cup de stemming van het instrument verlagen, terwijl een klein en/of ondiep mondstuk de stemming zal verhogen. Daarom is het belangrijk om een passende cup te vinden bij de stemming van het instrument. Verder zal iedere muzikant voor hem- of haarzelf een mondstuk met een passende cup moeten zoeken omdat iedere muzikant beschikt over een ander embouchure, blaastechniek en mondinhoud. Grote cups zullen het volume versterken en dit resulteert in een volle en warme toon. De diepte van de cup komt overeen met de stemming en de lengte van het instrument, en tot op zekere hoogte ook de boring. Bijvoorbeeld voor het verkrijgen van de heldere klank van een piccolo trompet zal men een mondstuk moeten te kiezen met een ondiepe cup, daarentegen zal voor een donkere en warme klank van een bugel (flugelhorn) een mondstuk moeten kiezen met een diepe cup. Om deze rede is het niet aan te raden om cornet of trompet mondstukken met verloopstukjes te gebruiken op een bugel. Een muzikant met een medium boring Bb/C trompet of cornet zal niet een cup moeten kiezen welke minder diep is dan de ‘C’ cup of, indien gewenst, de ’B’ of ‘A’ cup van Vincent Bach. Een uitzondering voor de jazz muzikanten die continu in het hoge register spelen en een heldere klank willen hebben. Zij kunnen het best kiezen voor een ondiep mondstuk als bijvoorbeeld de Vincent Bach 3D, 3E, 3F of 5SV. Bij het zoeken naar het juiste mondstuk moet je dus in je achterhoofd houden dat de keuze van een bepaald mondstuk de speler zowel de lage als hoge noten goed kan spelen, met een warme en brede klank in het volledige register.
|