fbpx

Signaal Taptoe en Last Post

Voorafgaand aan de twee minuten stilte wordt bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam, maar ook op veel andere plekken in het land, de Taptoe gespeeld. Altijd op een trompet of een hoorn. De melodie wordt ook geregeld gespeeld bij (militaire) begrafenissen.

Bladmuziek van het Taptoe-trompetsignaal
Bladmuziek van het Taptoe-trompetsignaal

Soms wordt beweerd dat tijdens de Dodenherdenking The Last Post wordt gespeeld. De Taptoe lijkt inderdaad sterk op die melodie, maar wijkt er toch enigszins van af. Vermoedelijk ontstond het Signaal Taptoe in de 17e eeuw, in de tijd van prins Maurits. Wie de melodie precies componeerde is niet bekend. The Last Post zou later ontstaan zijn, toen Britse soldaten in de Nederlanden gelegerd waren.



Het woord ’taptoe’ is een korte versie van de oud-Nederlandse zin ‘Doe den tap toe’. Dit betekent zoveel als ‘sluit de biertap’. Deze etymologische verklaring gaat terug naar de tijd dat tamboers ’s avonds de stad in trokken om kroegeigenaren middels een trommelsignaal te laten weten dat er geen bier meer getapt mocht worden. Voor de militairen was dit tegelijk het signaal om terug te keren naar kazerne.


In algemene zin wordt het woord taptoe ook gebruikt als benaming voor militaire en muzikale shows waarin krijgsmachtonderdelen zich presenteren aan het publiek.

The Last Post

Tijdens militaire herdenkingen en begrafenissen in Groot-Brittannië wordt The Last Post gespeeld. De melodie is ook bekend van een herdenkingsceremonie in het Belgische Ieper. Iedere avond om acht uur wordt daar – sinds 1928 – onder de Menenpoort The Last Post gespeeld, als eerbetoon aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Alleen gedurende de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog werd deze traditie onderbroken.

Het Wilhelmus en Valerius

Met Koningsdag voor de deur is het een stuk wat vaak gespeeld wordt: Het Wilhelmus. En eerlijk gezegd, wie kent het niet?

De woorden misschien niet, maar in elk geval de melodie. Maar dat is niet de melodie waarop het Wilhelmus rond 1570 werd geschreven. De melodie van vandaag komt uit het boek Nederlandtsche Gedenck-clanck van Adriaen Valerius, uit 1626. Die werd zo beroemd dat koningin Wilhelmina in 1932 besloot dat het voortaan de officiële melodie van het Nederlandse volkslied zou zijn.

Woede, wanhoop en overwinning

Liederen waren vroeger nog veel belangrijker dan nu. Je hoefde niet te kunnen lezen om ze mee te zingen, ze werden gemakkelijk onthouden en verspreid. Ze konden stemming en sfeer overdragen, verhalen vertellen, nieuws brengen en propaganda maken. De 76 liederen in de Nederlandtsche Gedenck-clanck (‘Klanken ter herinnering aan belangrijke Nederlandse gebeurtenissen’, 1626) van Adriaen Valerius deden dat allemaal. Ze waren geschreven op bekende melodieën en vertelden over de wisselende omstandigheden van woede, wanhoop en overwinningsroes in de vrijheidsoorlog die sinds 1568 tegen Spanje gevoerd werd. Ze maakten propaganda voor de Nederlandse, vooral de calvinistische, zaak.

Het boek werd samengesteld door Adriaen Valerius, een notaris uit het Zeeuwse Veere. Hij had al meegewerkt aan een Zeeuwse dichtbundel, Zeevsche Nagetgael (1623) en was lid van de plaatselijke rederijkerskamer De Witte Lelie en Blauwe Acolye, die ook wel Missus Scholieren genoemd werd. Valerius maakte met verslagen en verhalen over de oorlog een chronologisch overzicht en schreef de liederen als verbinding tussen prozastukken. Hij stierf in 1625, voordat hij zijn werk kon uitgeven; zijn zoon bezorgde het boek een jaar later. Dat was een vrij duur boek met een gevarieerde lay-out, afbeeldingen, prenten en muzieknotatie bij de liederen. Het was duidelijk bedoeld voor een publiek dat wel wat wilde betalen voor de geschiedenis van de Nederlanden en dat de Opstand bleef steunen. De Spanjaarden hadden na 1621 een paar keer laten zien dat ze nog sterk waren; een steuntje in de rug van de Oranje-aanhang was dus welkom. Je kon bijvoorbeeld moed putten uit verwijzingen naar het doorzettingsvermogen van de geuzen, die van het begin af aan de harde kern van het leger van Willem van Oranje hadden gevormd.

Het scheldwoord ‘geuzen’ (van het Franse gueux: bedelaars) was al in het begin van de oorlog een erenaam voor de Nederlanders geworden. De Spanjaarden mochten hen dan minderwaardig vinden, de geuzen verdedigden trots de eer en vrijheid van de Nederlanden. Velen van hen waren overgegaan tot het nieuwe geloof en verafschuwden alles wat katholiek was, zowel Spanjaarden als eigen landgenoten. De geuzen vormden geen gesloten groep. Het waren vrijbuiters uit alle lagen van de maatschappij: ongeregelde troepen die hard konden vechten en hun vrije bestaan niet wilden opgeven voor Spaanse dwang. Hun adellijke aanvoerders wilden zelf hun tactiek bepalen en accepteerden niet altijd het gezag van de officiële Nederlandse aanvoerder, Willem van Oranje. Juist deze vastberadenheid en onvoorspelbaarheid maakten hen zo gevaarlijk, bijvoorbeeld bij de onverwachte inname van Den Briel op 1 april 1572. De Spaanse legermaarschalk Alva leed daar een gevoelige nederlaag en er ontstond een felle strijd om het gebied rond Den Briel. In hun fanatisme vermoordden de geuzen toen bij Gorcum negentien katholieke geestelijken, ondanks Oranjes pleidooi voor respect voor eigen landgenoten. De oorlog was tenslotte onder andere begonnen om godsdienstvrijheid, niet om vestiging van het calvinisme als staatsgodsdienst.

Propaganda

De discipline onder de geuzen liet dus te wensen over, maar zonder hen was Oranje kansloos. Intussen moesten de geuzen wel de Spaanse bezetting verstouwen. Liederen waren een uitstekend middel om de stemming erin te houden. Het Wilhelmus is zo’n propagandamiddel voor Oranje en zo waren er nog veel meer liederen, tegen de Spanjaarden, tegen Alva en tegen katholieken in het algemeen. Ze werden mondeling verspreid maar ook gedrukt op losse bladen en in kleine, goedkope boekjes, die je gemakkelijk weg kon moffelen. Melodieën werden niet afgedrukt want die waren bekend. Dat was een wijdverbreid gebruik, dat onder de term contrafactuur wordt samengevat. Het eerste geuzenliedboekje moet ongeveer in 1574 gepubliceerd zijn. Tot 1687 verschenen zeker dertig uitgaven, met wisselende inhoud. In totaal werden er meer dan 250 geuzenliederen geschreven.

Tot 1600 ging de oorlog heftig heen en weer tussen hoop en vrees. Valerius volgt de ontwikkelingen op de voet. Als Willem van Oranje in 1584 vermoord wordt, lijkt alle hoop voor Nederland verloren.

Stort tranen uit, schreit luide
Stem: Engelse Fortuin
Stort tranen uit, schreit luide! Weent en treurt!
Och ’t dunkt mij dat mijn herte barst en scheurt!
O dag, o dag! O donker droeve dag!
Wat is er al gehuil en groot geklag!
 
Gelijk de Zon het licht is van den dag,
zo ook deez’ Prins ons licht te wezen plach,
die raad en daad hier bij ons is geweest
is nu ontzield, bij Gode leeft zijn geest.
 
Gij vrome d’wijl dat dit zo is geschied,
End’ dat ’t nu kan wezen anders niet:
vertrouwt op God, door ’s Prinsen spruiten haast
zal Spanjen nog verwerd staan en verbaasd.

In 1584 nam Oranjes zoon Maurits, nog maar zeventien jaar, het opperbevel op zich en hij zou de Nederlandse Republiek belangrijk sterker maken. De hoop groeide dat de Spaanse koning verslagen zou worden als God Oranje zou blijven steunen. Valerius is ervan overtuigd dat God de calvinistische Nederlanders zal helpen, mits zij Hem boven alles eren. Na de overwinningen van Maurits in 1597 schrijft Valerius het volgende danklied. Het binnenrijm in de eerste regels van de coupletten was een van Valerius’ geliefde poëtische technieken:

Stem: Hei, wilder dan wild
Wilt heden nu treden voor God den Here,
Hem boven al loven van herten zeer,
End’ maken groot zijns lieven namens ere,
die daar nu onzen vijand slaat ter neer.
 
Ter eren onz’ Heren, wilt al uw dagen,
dit wonder bijzonder gedenken toch.
Maakt u, o mens! voor God steeds wel te dragen,
doet ieder recht, en wacht u voor bedrog.
 
Bid, waket end’ maket dat g’ in bekoring
End’ ’t kwade met schade toch niet en valt.
Uw vroomheid brengt de vijand tot verstoring,
Al waar’ zijn rijk nog eens zo sterk bewalt.

Carnavalskraker

Met Gods steun kan het dappere, vrome Nederland het laffe, wrede Spanje aan. In de negentiende eeuw werd dat trotse zelfbewustzijn van hun voorouders aan de Nederlanders als voorbeeld voorgehouden, een aanmoediging om weer zo krachtig te worden. In Valerius’ Nederlandtsche Gedenck-clanck waren er genoeg voorbeelden van, zoals het spottende Merk toch hoe sterk (geschreven toen de Spanjaarden afdropen bij Bergen op Zoom in 1622, nu nog een carnavalskraker); het waarschuwende O Nederland, let op uw zaak en het godvruchtige Gelukkig is het land. Pas in de negentiende eeuw werd Valerius’ boek echt populair, vooral bij calvinistische Nederlanders.

De Matthäus-Passion

De Matthäus-Passion is een van de langste en bekendste composities van Johann Sebastian Bach. De compositie vertelt het lijdens- en sterfverhaal van Jezus volgens het Evangelie van Matteüs.

Matthäus-Passion van Bach, 1743–46
Matthäus-Passion van Bach, 1743–46

Wanneer Bach het stuk precies componeerde is niet helemaal bekend. Ook is onduidelijk wanneer het stuk voor het eerst werd opgevoerd. Mogelijk was dit op 15 april 1729 in de Thomaskirche in Leipzig. Volgens sommigen gebeurde dit echter al een stuk eerder, namelijk op 11 april 1727, tijdens de vesper-dienst op Goede Vrijdag.

Voor zover bekend voerde Bach het stuk zelf vier keer op: in 1727, 1729, 1736 en in 1740. Na zijn dood in 1750 raakte de compositie, net als zijn andere muziek, wat in de vergetelheid. Het zou tot 1829 duren voor de Matthäus Passion weer werd opgevoerd. De uitvoerder was Felix Mendelssohn. Het was de eerste uitvoering van het werk sinds het overlijden van Bach.

De Matthäus-Passion is geschreven voor twee koren. Bach zette de hoofdstukken 26 en 27 uit het evangelie van Mattheus op muziek. In deze hoofdstukken wordt beschreven hoe Jezus wordt verraden en gekruisigd. Wie een uitvoering van het passiestuk bijwoont moet wel over wat zitvlees beschikken. De Matthäus-Passion duurt, afhankelijk van de dirigent die het stuk opvoert, namelijk zo’n 2,5 tot 3 uur.


Matthäus-Passion in Nederland

In Nederland is het stuk momenteel niet meer weg te denken. Gedurende de passietijd, de periode voor Pasen, wordt de compositie op veel plaatsen opgevoerd. In 1870 werd de Matthäus-Passion voor het eerst in Nederland uitgevoerd, door Toonkunst Rotterdam. Amsterdam volgde vier jaar later met een uitvoering door Toonkunstkoor Amsterdam en het Parkorkest onder leiding van Johannes Verhulst.

Op 8 april 1899 voerde dirigent Willem Mengelberg de Matthäus-Passion voor het eerst met het Concertgebouworkest uit. Deze ingekorte versie werd opgevoerd door een groot orkest en een koor van 450 personen. De opvoering wordt wel gezien als hét begin van de Matthäus-traditie zoals die vandaag de dag in Nederland bestaat. Geïnspireerd door de opvoering van Mengelberg werd het stuk hierna namelijk op steeds meer plaatsen opgevoerd.

De Nederlandse Bachvereniging in Naarden besloot de Matthäus-Passion in zijn geheel op te gaan voeren. Dit gebeurde voor het eerst op Goede Vrijdag 14 april 1922. De opvoering in de kerk van Naarden werd een echte traditie. Tegenwoordig wordt de uitvoering in het oude vestingstadje ook bezocht door veel hoogwaardigheidsbekleders. Volgens de organisatie is het een echt society evenement.

Naarden is zeker niet de enige plaats waar de Matthäus-Passion rond Pasen te horen is. De beroemde compositie van Bach wordt op ruim honderd plaatsen uitgevoerd. Bezoekers kunnen zowel terecht in grote concertgebouwen als in verschillende kleinere parochiekerken.

10 redenen waarom muziek zo gezond is

Een beetje bouncen op de beat of je laten terugvoeren naar een fijn moment. Muziek doet wat met je. Het brengt je in beweging én tot stilstand. Of je het nu zelf maakt of er alleen naar luistert: muziek verbindt, muziek zorgt ervoor dat je je lekker voelt en muziek heeft een positief effect op de hersenen. Als je alle gezondheidsvoordelen op een rij zet, weet je waarom muziek eigenlijk een wondermedicijn is. Komt ‘ie:

1. Muziek vermindert stress

Muziek is het ultieme geneesmiddel voor stress. Rustige muziek zorgt voor een lagere productie van stresshormonen. Het stelt je gerust, dus je ervaart minder angst – vaak de aanjager van stress. Rustige ritmische geluiden vertragen de hartslag, laten de bloeddruk dalen en zorgen voor een rustigere ademhaling. Speciale geluidstonen, binaural beats genoemd, kunnen je zelfs in diepe staat van ontspanning brengen.

2. Muziek vermindert pijn

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat muziek zowel acute pijn als chronische pijnklachten vermindert. Rustige muziek maakt endorfine, oxytocine en dopamine vrij in de hersenen. Dit zijn hormonenen neurotransmitters die zorgen voor pijnverlichting en een betere stemming. Je kan muziek ook medisch inzetten. Als je bijvoorbeeld rustige muziek hoort tijdens een operatie, ervaar je minder pijn, heb je minder medicatie nodig en gaat je herstel sneller.


3. Muziek vermindert depressieve klachten

Mensen met een depressie kunnen veel baat hebben bij muziek(therapie), want muziek heeft effect op je emoties. Van rustige muziek word je kalmer. Van je favoriete platen word je vrolijker, omdat je hier een positieve associatie bij hebt. En met meebewegen op lekkere danshits sla je twee vliegen in een klap. Kortom, het perfecte excuus om wat muzikaal genot op te zetten.

4. Muziek verbetert je work-outs

Met een opzwepend deuntje in je oren train je harder en effectiever dan zonder muziek. We voelen ons minder (snel) vermoeid en ervaren soms zelfs een extra energie boost tijdens het sporten. Bovendien helpt een ritme om op te bewegen. Ook zou muziek een positief effect hebben op je spierherstel.

5. Muziek verbetert je eetpatroon

Luisteren naar rustige muziek voor en tijdens je maaltijd zorgt voor een ontspannen sfeer. En die ontspannen sfeer draagt eraan bij dat je minder en langzamer eet. Andersom laten studies zien dat harde, drukke muziek leidt tot minder gezonde voedingskeuzes en sneller eten.

6. Muziek helpt je beter te slapen

Fijne muziek leidt af en laat je de stress van de dag vergeten. Muziek ontspant en vermindert stress en angst. Muziek kan helpen om sneller – en dieper – te slapen. Ook voor slapeloosheid is muziek dus een goed medicijn.

7. Muziek stimuleert de bloedsomloop

De positieve gevoelens die muziek opwekt, stimuleren de bloedsomloop. Op het moment dat muziek meer uptempo is, stijgt je bloeddruk, ademhaling en hartslag. Bij rustige muziek gebeurt het tegenovergestelde. Zo zie je maar dat muziek effect heeft op heel je lichaam.

8. Muziek versterkt je geheugen

Muziek maakt tot op hoge leeftijd herinneringen los, ook bij mensen met dementie. Er bestaat een duidelijke link tussen muziek en je geheugen. Geef je geheugen dus een boost door te luisteren naar je favoriete nummers – van nu en vroeger. Regelmatig naar muziek luisteren, stimuleert de hersenactiviteit. Tijdens het studeren of werken kan het dus slim zijn om op de achtergrond wat instrumentele of klassieke muziek te draaien. Ook een muziekinstrument leren bespelen is goed voor je hersenen. Dat kan uitdagend zijn, maar het gaat er vooral om dat je er plezier aan beleeft.

9. Muziek vergroot je ruimtelijk inzicht

Ruimtelijk inzicht wordt gedefinieerd als het vermogen om je een precieze voorstelling van iets te kunnen maken en het vermogen te kunnen meten en te navigeren. Met behulp van muziek – vooral pianomuziek – kan je je IQ voor ruimtelijk inzicht met wel 9 punten omhoog krikken. Een symfonie van Mozart verbetert bijvoorbeeld je focus.

10. Muziek maakt je creatiever

Muziek maakt je gelukkiger, productiever en creatiever. Geen wonder dat muziek op het werk dan ook goed werkt. Niet op hoog volume, maar gewoon als lekker achtergrondgeluid.

Het is duidelijk: muziek heeft een bijzonder effect op je brein, lichaam en emoties. Het maakt je vrolijk en energiek of juist kalm. Niet voor niets maken mensen al duizenden jaren muziek. Het raakt ons op zoveel niveaus. En dat zonder nadelige bijwerkingen.

Recensie: ‘Op weg naar een inclusieve muziekvereniging’ – Ivo Kouwenhoven


In Op weg naar een inclusieve muziekvereniging neemt Ivo Kouwenhoven de lezer mee in zijn visie op een toegankelijke en inclusieve muziekvereniging, met een bijzondere focus op jeugdleden. Aan de hand van korte columns en persoonlijke anekdotes laat hij zien hoe muziekverenigingen kinderen met verschillende achtergronden en talenten een plek kunnen bieden. Dit vraagt volgens hem om een andere manier van kijken en handelen van zowel bestuurders als dirigenten.

Dit boek is inmiddels het vierde boek van Kouwenhoven, en net als zijn eerdere werken is het opgebouwd uit korte columns die uit het leven gegrepen zijn.

Kouwenhoven weet met een toegankelijke en vlotte schrijfstijl zijn boodschap helder over te brengen. Zijn columns zijn kort en krachtig, vaak met een vleugje humor, waardoor het boek prettig leest. De praktijkvoorbeelden maken de theorie tastbaar en herkenbaar, vooral voor mensen die zelf actief zijn binnen een muziekvereniging.

Eén van de sterke punten van het boek is dat het niet alleen wijst op de uitdagingen, maar ook concrete handvatten biedt om inclusiviteit binnen een vereniging te bevorderen. Kouwenhoven benadrukt dat elk kind talent heeft en dat het de taak van de vereniging is om een omgeving te creëren waarin ieder kind zich welkom en gewaardeerd voelt. Dit vergt soms flexibiliteit en een vernieuwende aanpak, maar levert uiteindelijk een rijkere en meer diverse muziekvereniging op. Bestuurders zullen hun dirigenten daarin ook moeten steunen door middel van dienend leiderschap. Ivo maakt, volledig terecht, duidelijk dat dat nog lang niet bij alle verenigingen vanzelfsprekend is.

Ivo schrijft onder andere dat iedere jeugdorkestdirigent de instelling zou moeten hebben dat hij trots is op zijn orkestleden als ze zich 100% hebben ingezet, óók als het optreden niet perfect verliep.

De mooiste quote uit het boek vind ik: 'Laat verwachting los, en er ontstaat verwondering.'

Voor de kritische lezer blijft het boek op sommige punten misschien wat oppervlakkig. Wie op zoek is naar diepgaande theoretische inzichten of wetenschappelijke onderbouwing, zal wellicht merken dat de nadruk meer ligt op praktijkervaring en persoonlijke observaties. Dit maakt het boek echter juist toegankelijk voor een breed publiek, van bestuurders en dirigenten tot ouders en muziekdocenten.

Al met al is Op weg naar een inclusieve muziekvereniging een inspirerend en toegankelijk boek dat aanzet tot nadenken over de rol van muziekverenigingen in het betrekken en ondersteunen van jeugdleden. Ik zou willen dat iedereen openstond voor de visie van Ivo, omdat ik er heilig van overtuigd ben dat dit dé manier is om jeugd betrokken te krijgen en te houden binnen onze blaasmuziek. Het is een aanrader voor iedereen die betrokken is bij muziekeducatie en op zoek is naar manieren om kinderen een eerlijke kans te geven binnen de wereld van de blaasmuziek.
Wil je het boek lezen? Bestel het dan hier!

Judith van Boven
februari 2025

Waarom muziek ons zo kan raken

Muziek kan troostend zijn, verdrietig maken, energie geven en woede in ons losmaken. Waarom kan muziek ons zo raken?

Welke nummers, melodieën of tonen iemand kippenvel bezorgen, verschilt van persoon tot persoon. Iedereen heeft z’n eigen ervaringen met muziek en een eigen persoonlijkheid. Ook context en cultuur spelen een rol. In oosterse landen heeft muziek bijvoorbeeld vaak andere tonen en ritmes dan in westerse landen.

Vanuit evolutionair perspectief wordt muziek gezien als een manier om te communiceren. We kunnen onszelf emotioneel uitdrukken via muziek. En we kunnen ons verbonden voelen met anderen door muziek te beluisteren of te maken.

Muziek roept niet enkel emoties op, ze kan ook tot actie aanzetten. Landwerkers die met een handmatige ploeg het land omploegen, doen dat bijvoorbeeld vaak in een bepaald ritme. Dat motiveert en ondersteunt de bewegingen die ze maken. Ook bij sporten kan muziek motiveren, maar het kan ook helpen om mensen met de ziekte van Parkinson in beweging te brengen. Patiënten kunnen namelijk verstarren, waardoor ze niet meer kunnen beginnen met wandelen. Bepaalde ritmes kunnen ervoor zorgen dat iemand toch een eerste stap zet. De muziek is voor hen een externe stimulans. En mensen die, bijvoorbeeld door een beroerte, moeite hebben zich verbaal uit te drukken, kunnen dat soms b­eter na muziektherapie of door te zingen wat ze willen zeggen.

Muziek activeert de amygdala, die emoties verwerkt

Dat muziek ons emotioneel zo kan raken, komt onder meer doordat er in ons brein vergelijkbare processen plaatsvinden als bij andere emotionele gebeurtenissen. Zo worden de amygdala en een aantal structuren daaromheen geactiveerd als we naar muziek luisteren. De amygdala is een belangrijk kern in de hersenen voor het verwerken van emoties. Daarnaast zijn er ook andere manieren waarop muziek een effect heeft op ons lichaam. Zo kan onze hartslag af- of toenemen afhankelijk van de muziek.

Ons geheugen speelt tot slot ook een rol. We horen namelijk vaak muziek tijdens cruciale gebeurtenissen in ons leven. Bijvoorbeeld tijdens bruiloften of rond het overlijden van dierbaren. Ook in de puberteit luisteren we veel naar muziek, bijvoorbeeld als we voor het eerst verliefd zijn. Als we die muziek vervolgens opnieuw horen, worden we herinnerd aan die emotionele momenten en worden er dus gevoelens opgeroepen.

Dat muziek emoties en verbondenheid oproept, wordt onder meer ingezet in muziektherapie. Muziek wordt daarbij op tal van manieren gebruikt om mensen met psychische klachten te helpen, toegespitst op wat iemand op dat moment nodig heeft. Bij mensen met dementie kan er bijvoorbeeld sprake zijn van innerlijke onrust. Bepaalde aspecten van muziek - denk aan een rustig tempo - kunnen hen iets rustiger maken. Muziektherapie is bovendien vaak een stuk toegankelijker dan therapieën waarbij je moet praten met een therapeut. Het kan een manier zijn om bijvoorbeeld jongeren te bereiken die er geen zin in hebben. Muziek maken of naar muziek luisteren kan dan een eerste stap zijn om toch te praten over wat ze meegemaakt hebben.

MobileSheets

Er bestaat een handleiding, maar die kan wat overweldigend zijn. In deze blogpost zal ik laten zien welke opties het meest relevant zijn voor klassieke muziek.

De drie voornaamste functies waardoor ik MobileSheets de beste app vind:

  1. Het automatisch wegsnijden van paginamarges van bladmuziek
  2. Referentiepunten om snel met herhalingstekens of da capo’s te kunnen werken
  3. Concertmodus waardoor alle menu’s tijdelijk uitgeschakeld worden

Muziekbibliotheek

Als je de app opent zal je eerst toestemming moeten verlenen om de app toegang te geven tot je bestanden. Druk hier op ja.

Je ziet dan de muziekbibliotheek: een overzicht van alle bladmuziek die je hebt geïmporteerd. Nu zal alles nog leeg zijn.

Tabbladen

De bibliotheek is in eerste instantie gevuld met tabbladen die voor klassieke musici overbodig zijn. Dat is makkelijk aan te passen en zorgt voor een overzichtelijkere bibliotheek. Voor klassieke muziek heb je eigenlijk alleen een tab met componisten nodig en eventueel een tab met de titels van muziek. Een tab met recent geopende bestanden is een handige derde tab.

Druk hiervoor op de drie puntjes onder elkaar, rechtsboven, en ga naar de “Bibliotheek instellingen” (inclusief nare spatiefout). Hier is een groot aantal instellingen te vinden. Lees deze rustig even door, zodat je weet dat de opties er zijn. Probeer ook wat dingen uit, zo kan ik het donkere thema aanraden en hoeven voor klassieke componisten lettertekens niet “genormaliseerd” te worden.

Specifieke instellingen die handig zijn voor klassieke muziek zijn te vinden onder de knop “Titelopmaak Muziekstukken”. Deze kan je beter instellen zoals in de afbeelding hiernaast.

Druk vervolgens op “Tab volgorde” [sic]. Hier kan ik de tabs zoals in de afbeelding hieronder aanbevelen. De rest van de tabs zijn voor popmusici misschien interessanter, maar voor de meeste klassieke muziek niet erg relevant.

Andere instellingen

Laat je niet intimideren door alle knopjes: de instellingen van MobileSheets zijn een kleine tijdsinvestering wel waard om alles naar smaak te kunnen instellen. Een overzicht van de meest relevante opties per tab van de instellingen:

  • Opslagruimte: Hier kan je onder andere Dropbox en Google Drive instellen.
  • Weergave instellingen: De standaardinstellingen hier zijn goed, alleen schakelde ik de omsla-animatie hier uit om sneller de volgende pagina te kunnen zien in de hitte van de strijd.
  • Importeerinstellingen: Hier heb ik agressief bijsnijden ingeschakeld. Hoe minder marge hoe beter op een klein scherm. Wat heb je aan witruimte op een tablet?
  • Aanraak- en pedaalinstellingen: Hier staan opties voor bluetooth-pedalen. Dit heb ik zelf nog niet gebruikt. Wel handig is het om te kijken naar de “Aanraakacties”. Het scherm is grofweg in te delen in een raster (zie verderop in deze blogpost). Met deze opties kan je instellen wat elk van de cellen van het raster doen als je er op drukt. Ik raad de instellingen in de afbeelding aan.
  • Tekstbestandinstellingen: Vooral relevant voor mensen die van (gitaar)tabs spelen, waarvan de “bladmuziek” vaak in tekstbestanden staat.
  • MIDI instellingen: Dit heb ik nog niet gebruikt en is vermoedelijk ook relevanter voor popmusici.
  • Backup en herstel: Kan van pas komen als je op een gegeven moment een nieuwe tablet gaat kopen.
  • Overige instellingen: Lees deze even door om te kijken wat mogelijk is. Ik raad aan de Audiospeler uit te schakelen in de “Optreden Modus” zodat je minder gevaar loopt op het opeens afspelen van audio tijdens een concert.

Bladmuziek bekijken

Als de instellingen eenmaal geoptimaliseerd zijn voor klassieke muziek is het tijd om je eerste stuk bladmuziek te importeren. 

Als je het bestand importeert kom je op een scherm waar je het bestand kan aanpassen vóór het aan je bibliotheek wordt toegevoegd. In deze blogpost ga ik de tabbladen met “Velden” en “Bestanden” behandelen, in een volgende post zal ik laten zien hoe je een mp3-bestand aan je bladmuziek kan koppelen om te helpen bij het studeren.

“Bestanden”-tab

Bovenin het scherm zie je de bestanden die bij dit muziekstuk horen. Meestal staat hier maar één bestand, zoals nu. Als het muziekstuk uit meerdere losse afbeeldingen of pdf-bestanden bestaat kan je die met de knoppen rechts toevoegen. Dit zou vrij vanzelfsprekend moeten gaan. Zoniet, zie dan de handleiding.

Linksonderin het scherm staat de optie om alle pagina’s te draaien of alleen de pagina die op dit moment wordt getoond. Rechtsonder is de krachtigste functie van de app te vinden: het automatisch wegsnijden van de paginamarges, waardoor de bladmuziek zo groot mogelijk op je tabletscherm kan worden getoond. Dit kan je per pagina doen door op het -icoontje te drukken of je kan op “automatisch bijsnijden” drukken, waardoor de app het voor je doet.

Als het automatisch bijsnijden onverhoopt iets te enthousiast was waardoor er noten van de pagina afvallen kan je altijd terug naar dit scherm om handmatige wijzigingen aan te brengen.

“Velden”-tab

Op deze pagina kan je de zogenaamde meta-informatie van het muziekstuk invullen. Standaard staan er veel velden ingeschakeld die je kan invullen, maar ik heb zelf alle velden uitgeschakeld behalve “Componisten”. Doe dat door op “Velden instellen” bovenin het scherm te drukken en alle vinkjes weg te halen behalve die voor “componisten”. Of niet, natuurlijk, als jij bepaalde velden wél handig vindt! (In dat geval zal je vermoedelijk het bijbehorende tabblad in de bibliotheek weer terug willen.)

Druk nu bovenaan op OK en je bibliotheek zal z’n eerste muziekstuk hebben.

Bladmuziek weergeven en aantekeningen maken

Open een stuk bladmuziek door erop te drukken in de bibliotheek.

Het scherm is in negen onzichtbare “aanraakgebieden” onderverdeeld. Deze heb je ingesteld bij de 'aanraakacties' bij de instellingen. Als je mijn instellingen daar volgt krijg je de volgende effecten:

  1. Vorige pagina
  2. Vorige pagina
  3. Vorige pagina
  4. Toon overlayscherm
  5. Toon overlayscherm
  6. Maak aantekeningen
  7. Volgende pagina
  8. Volgende pagina
  9. “Snelle actie box”

Als je deze aanraakgebieden eenmaal snapt zal dat je navigatie sterk vergemakkelijken. Het overlayscherm, het aantekeningenscherm en de “Snelle actie box” zijn de drie navigatieschermen die je goed onder de knie wilt krijgen om snel te kunnen werken tijdens repetities en concerten.

Overlayscherm

Het overlayscherm is te bereiken door op vakje 4 of 5 te drukken, en verdwijnt ook weer als je nog eens op 4 of 5 drukt.

Een korte beschrijving van de belangrijkste knoppen:

“Snelle actie box”

Pakkende naam, niet? Hier zitten een aantal knoppen die ook in het overlayscherm zitten waarvan de ontwikkelaar van de app dacht dat ze het meest gebruikt zouden worden.

De middelste knop is niet te vinden in het overlayscherm: deze is voor de concertstand. Dit is een soort veiligheidsstand: alle aanraakgebieden van het scherm worden uitgeschakeld behalve de “Snelle actie box” rechtsonder, waardoor je niet tijdens een concert per ongeluk een of ander menu opent als je wilt omslaan. Het scherm aanraken zorgt nu altijd dat je naar de volgende of vorige bladzijde gaat. De concertstand-knop is ook in de bibliotheek te vinden.

Aantekeningen

De aantekeningenmodus is vrij vanzelfsprekend. De knop voor “ongedaan maken” zit linksboven, dus leef je uit en experimenteer. Een paar tips:

  • De instellingen voor pen en markeerstift die ik gebruik zijn een goed begin, maar kijk vooral wat voor jou goed werkt
  • “Vloeiende modus” probeert je aantekeningen minder hoekerig te maken maar zorgt doorgaans voor minder precisie. Meestal niet aan te raden.
  • In het menu linksboven staat alles al wel goed. Twee opmerkingen:
    • De stylusmodus is bedoeld voor een “actieve” stylus. Met een normale “passieve” stylus werkt dit niet.
    • Auto-save bij het wisselen van pagina’s is aan te raden. Als je tijdens het aantekenen snel door het bestand bladert met de knoppen rechtsboven druk je makkelijk per ongeluk op de annuleren-knop ernaast.
  • Met de pijltjes in dit kastje kan je de aantekening die je net hebt gemaakt met precisie verplaatsen:
  • Zie ook de tip in mijn andere blogpost: zoom in voordat je gaat schrijven.
  • Door met twee vingers tegelijk op je scherm te tikken wissel je snel tussen pen/markeerstift en de “verplaatsmodus”. Erg handig als je ingezoomd hebt en op een ander deel van het scherm een aantekening wil maken.

Stemming (3)

Bij muziektheorie wordt meestal uitgegaan van de toon C. Vandaar dat bij het nummeren van octaven begonnen wordt bij C. Wat frequenties betreft gaat men uit van de toon A die vastgesteld is op 440 Hz. Men noemt dit ook "A4" (de toon A van het 4e octaaf). Men noemt dit ook de "kamertoon".

Over vrijwel alles wat met muziektheorie te maken heeft is heel veel discussie geweest. Zo ook over de toonhoogte A 440 Hz. Het is tenslotte maar een door de mens gekozen frequentie die men toegewezen heeft aan de letter A. Voor een standaardisatie van de toon A voor muziekinstrumenten is in 1939 gepleit door o.a. Joseph Goebbels, de propaganda-minister van Hitler!!! (niet van belang, maar ik vond het opmerkelijk voor zo iemand). Sinds 1955 is 440 Hz. wereldwijd de standaard. Dat is in 1975 nog eens extra vastgelegd in de z.g. "ISO16" norm. Het is dus nog niet eens zo lang officieel.

De standaard 440 Hz. voor de toon A wordt overigens niet altijd aangehouden. Soms prefereert men een iets lagere of iets hogere stemming omdat men vindt dat sommige (klassieke) muziek dan mooier klinkt. Bij blaasorkest wordt tegenwoordig vaak gestemd op 442 Hz omdat het dan eenvoudiger is om het hele orkest (zowel hout als koper goed op elkaar af te stemmen).

Gelijkzwevend en rein gaat niet samen:
De snaren van een viool worden gestemd in reine kwinten G D A E waarvan de afstanden iets groter zijn dan de kwinten op een piano of een gitaar. Als een violist de kunst verstaat om heel zuiver te spelen maakt hij gebruik van veel meer dan 12 frequenties per octaaf. De frequentie van een verlaagde toon bijv. Bes kan anders zijn dan de frequentie van de verhoogde toon Ais. Het ligt er aan vanuit welke toonaard gespeeld wordt (zie later nog de pagina " Kwintencirkel").

Kruizen en mollen geven niet aan hoeveel er precies verhoogd of verlaagd moet worden. Ook de noten geven niet aan welke toonhoogtes er exact bedoeld worden. Dat is in de reine stemming in elke toonaard dus net even anders. Al die zuivere frequenties zijn te berekenen, maar het notenschrift zou veel te ingewikkeld en daardoor onleesbaar worden als men dit er in zou verwerken. Een goede violist maakt alle tonen op z'n gehoor zuiver t.o.v. de grondtoon. De meeste instrumenten worden gestemd (rein of gelijkzwevend) met als uitgangspunt A 440 Hz.

Als een violist bijv. met een pianist gaat samen spelen, dan moet de violist z'n spel aanpassen aan de (beetje valse) frequenties van de gelijkzwevende stemming van de piano. Ook de viool wordt dan gestemd in gelijkzwevende kwinten. Het gaat om kleine verschillen (per toon niet meer dan 1% t.o.v. de reine stemming) maar je hoort het als men hier geen rekening mee houdt. Vooral de tertsen (groot en klein) wijken duidelijk hoorbaar af en zijn in de gelijkzwevende stemming ook duidelijk minder mooi.

Compromis niet goed genoeg?:
Voor instrumenten met een vaste toonverdeling neemt men soms  geen genoegen met het compromis, de gelijkzwevende stemming.

In sommige andere culturen neemt men ook geen genoegen met de gelijkzwevende stemming. Bijv. in Turkse muziek gebruikt men de zelfde tonen als wij, maar ook tonen er tussen in (kwart toonafstanden).  Sommige Turkse instrumenten hebben uitgebreide mechanieken waarmee men de stemming van snaren met meerdere hele kleine stapjes kan veranderen. Daarmee kan men een octaaf verdelen in ruim 50  frequenties. Men is daardoor in staat om ook op instrumenten met een vaste toonverdeling behoorlijk zuiver te spelen in alle toonaarden.

Voor mensen met een uitzonderlijk goed gehoor voor zuiverheid (die de kleinst hoorbare verschillen kunnen waarnemen) zouden er maar liefst 140 frequenties per octaaf nodig zijn om elke interval in elke toonaard echt zuiver te kunnen spelen. Gelukkig zijn we gewend geraakt aan 12 tonen per octaaf.


Van Pythagoras naar gelijkzwevende stemming

Muziek was in eerste instantie heel simpel. Men zong enkele tonen. Dit was alleen melodie, en een zanger kan tonen op z'n gehoor zo zuiver mogelijk maken.
Later ontstond meerstemmigheid en het gebruik van begeleidende akkoorden op instrumenten. Bij instrumenten met een vaste toonverdeling was het stemmen altijd een probleem.  Dat werd pas echt vervelend bij toetseninstrumenten, zoals het klavecimbel en later de piano met z'n 7 octaven.

Men gebruikte eeuwen lang de "stemming van Pythagoras" (grofweg gebaseerd op reine kwinten) en later de "reine stemming" van Gioseffo Zarlino (gebaseerd op meerdere boventonen). Bij deze stemmingen (en bij vele andere probeer-sels) verhoudt elke toon zich op een bepaalde manier tot de grondtoon maar dat resulteert binnen een octaaf niet in 12 gelijke afstanden. Het gevolg was dat bijv. een piano alleen zuiver gestemd kon worden in één toonaard. Een piano moest anders gestemd worden als men zuiver in een andere toonaard wilde spelen (als men een andere grondtoon als uitgangspunt nam). Dat was uitermate lastig.

Overgang naar welgetemperde stemmingen:
Rond het jaar 1700 (bij de opkomst van de piano) ging men over op de z.g. "welgetemperde stemmingen" waarmee men met één stemming wel in alle toonaarden kon spelen. Men "temperde" in elke toonaard de ergste valsheid, maar de toonaarden klonken nog wel verschillend van elkaar. Elke toonaard had z'n eigen specifieke klank (lees "zuiverheid" of "valsheid") en daardoor ook een bepaalde sfeer. Daar waren per toonaard zelfs uitgebreide omschrijvingen voor.

Het compromis, de gelijkzwevende stemming:
Uiteindelijk heeft dat alles geleid tot het grote compromis, de "gelijkzwevende stemming" die in alle toonaarden gelijk en redelijk zuiver klonk. Men verdeelde een octaaf in 12 gelijke verhogingen. Behalve de octaven zijn bij dit compromis alle tonen een beetje vals t.o.v. de zuivere boventonen.

Sommigen vonden dat in die tijd bijzonder discutabel omdat men geen gebruik meer van die "sferen" kon maken. Alles klonk nu in elke toonaard het zelfde. Anderen vonden dat niets goed klonk in de gelijkzwevende stemming. Maar de gelijkzwevende stemming werd uiteindelijk toch de standaard stemming voor instrumenten met een vaste toonverdeling.

Daarom kun je nu op toetsen of gitaar een liedje in een andere toonaard gaan spelen zonder dat het raar gaat klinken. Ook kun je binnen een muziekstuk moduleren naar een andere toonaard zonder dat het vals wordt. Leek misschien altijd logisch, maar dat is het dus helemaal niet. Het kan omdat men bewust de natuur-kundige zuiverheid terzijde geschoven heeft. Men heeft genoegen genomen met een "handige oplossing" waarbij alles redelijk zuiver klinkt.

Het mooie is dat wij er aan gewend zijn geraakt en het doorgaans  als zuiver ervaren, maar soms "wringt" er toch een toon en dat komt omdat het gewoon niet zuiver is.

Waarom noemt men deze stemming "gelijkzwevend"?
Als je twee tonen hoort die t.o.v. elkaar een beetje vals zijn, dan lijkt het of je één toon hoort die "zweeft". De tonen van de gelijkzwevende stemming zijn een beetje vals t.o.v. de zuivere boventonen. Vandaar de term "zwevend" (pas als twee tonen meer dan 20 Hz. van elkaar verschillen, kan ons gehoor ze als verschil-lende tonen onderscheiden, maar zoveel verschilt een reine toon nooit van een gelijkzwevend gestemde toon). Elke verhoging naar de eerstvolgende toon is gelijk en in elk octaaf is ook de "valsheid" t.o.v. de boventonen gelijk. Vandaar de term "gelijkzwevend". Men heeft het ook over "de evenredig zwevende stemming" of de "evenredig zwevende temperatuur" (Engels: equal temperament tuning).

Stemming (1): boventonen

Hoe klinkt de ene toon bij de ander? Wat is zuiver en wat is vals en hoe stem je instrumenten? Dat is wetenschap, maar deels ook beleving en gewenning. Heel verhaal en taaie kost, maar misschien toch goed om te bestuderen, want in de praktijk ontkom je soms niet aan onzuiverheden waar je mee moet leren leven.

Zo'n 550 jaar v.Chr. heeft de Griekse wijsgeer Pythagoras het gedrag van snaren onderzocht. Voor onderzoek werd in die tijd een "monochord" gebruikt. Een houten kist met een snaar.

Het geluid van een trillende snaar wordt ervaren als één toon, maar Pythagoras beschreef dat er naast de hoofdtoon meerdere tonen klonken. Deze tonen noemt men "boventonen" of "natuur-tonen" of "flageoletten" (Engels: overtones of harmonics of resonances). Deze boventonen zijn voor ons gehoor heel zuiver t.o.v. de hoofdtoon, zo zuiver dat ze niet storen of opvallen waardoor het lijkt alsof je één toon hoort.

Boventonen komen ook voor bij klokken, blaasinstrumenten en bij de menselijke stem. Ze kunnen ook elektronisch of digitaal opgewekt worden, maar ik beperk mij tot het gedrag van snaren.

De hoofdtoon wordt veroorzaakt doordat een snaar na aanslaan heen en weer gaat trillen. Dat is over de lengte van een snaar gezien niet meer dan een halve golfbeweging (zie afbeelding hieronder). Omdat de snaar aan de uiteinden gefixeerd is kan de golf niet verder, daarom gaat de rest van de golf de andere kant op weer terug en aan het einde weer terug enz. Dat resulteert in heen en weer trillen. Deze beweging geeft de laagste en best hoorbare toonhoogte oftewel frequentie (aantal trillingen per seconde) van een snaar.

Maar gelijktijdig trilt een snaar ook in tweeën en in drieën en in vieren en in vijven en in zessen enz. Na aanslaan gaan ook deze golfbewegingen door de snaar heen en terug. Daardoor worden de "boventonen" veroorzaakt.

Die boventonen zijn ook bepalend voor de klank van een toon. Door de bouw van een instrument worden boventonen in meer of mindere mate versterkt, wat een bepaalde klank oplevert (bijv. het verschil tussen de klank van een banjo en een gitaar).

De uitslag van een golf noemt men een "buik". Waar de golven elkaar kruisen (op de terugweg) noemt men een "knoop". Hieronder de eerste paar golfbewegingen.

Muziek was in eerste instantie heel simpel. Men zong enkele tonen (alleen melodie) en een zanger kan tonen op z'n gehoor zo zuiver mogelijk maken. Later ontstond meerstemmigheid en het gebruik van begeleidende akkoorden op instrumenten. Bij instrumenten met een vaste toonverdeling was het stemmen altijd een probleem.  Dat werd pas echt vervelend bij toetseninstrumenten, zoals het klavecimbel en later de piano met z'n 7 octaven.

Volgende keer meer hierover!