fbpx

Met deze warming-up wordt iedere oefensessie een succes!

Het spelen op een koperen blaasinstrument is best zwaar. Je spieren worden, net zoals die van een atleet, flink aan het werk gezet. Daarom is het ook van belang om te beginnen met een goede warming up. Maar wat is een goede warming-up, wat zit daar dan in?
Letterlijk is een warming-up het opwarmen van je spieren, de temperatuur in je spieren verhogen. Zo voorkom je blessures. 

1. Begin met een aantal ademoefeningen, daarna ga je je lipspieren opwarmen door te flutteren.

  • Pardon?  Flutteren houdt in dat je lucht via de mond laat ontsnappen, waarbij je lippen steeds open en dicht slaan om de lucht door te laten (ook wel 'briesend paard' ). Het moet vooral rustig gebeuren. Deze beweging van de lippen stimuleert de doorbloeding van de lipspieren. Als je dit gedaan hebt moet je door met je lippen over elkaar te rollen voelen hoe je embouchure aanvoelt.
  • Als dit goed aanvoelt (en dat gevoel moet je herkennen van een dag dat je embouchure goed bleek te zitten of was) dan kun je voorzichtig gaan buzzen en inspelen. Als het nog niet goed aanvoelt, moet je het proces herhalen, net zo lang tot het goed is.  Je eerste aanzetten op de trompet zullen nu beter zijn dan wanneer je koud begint te spelen. Bovendien start je nu met een beter gevoel aan je studeersessie!

2. Na het "flutteren" van de lippen kun je om de spieren en de ademhaling in combinatie te gebruiken gaan "buzzen".

  • Eerst adem je diep in. Dan breng je de lippen in positie (uitspraak van het woord dim of em) en zet je het embouchure onder spanning. Als je nu de lucht laat gaan, gaan de lipflappen uitslaan. Er ontstaat een soort bijengezoem wat controleerbaar is qua hoogte en volume.
  • Je zou bijv. wat lange noten of een halve toonladder kunnen buzzen. Doe het echter nooit te lang, want het is een relatief zware belasting voor de lipspieren.

3. Na het buzzen kun je eventueel wat op het mondstuk alleen spelen.

  • Het mondstuk moet hierbij losjes op de lippen gezet worden (vasthouden aan het eind van de stift met duim en wijsvinger).
  • Op het mondstuk kun je wat slurs en aanzetten spelen over ongeveer twee octaven.
  • Speel niet te lang en te hard en luister naar jezelf. Hierna kun je wat gaan spelen op het instrument zelf.

4. Inspelen

Omdat iedere muzikant anders is, heeft iedereen ook zijn eigen voorkeur voor inspeeloefeningen.
Ik wil je in ieder geval aanraden om deze aspecten op te nemen in je inspeeloefeningen

  • lange noten,
  • toonladders,
  • chromatische ladders over het hele persoonlijke bereik,
  • legato en staccato oefeningen en
  • lipbindingen.
  • Let op, dat je voldoende rust neemt, speel nooit te hard en zorg dat er te allen tijde sprake is van een positieve (mentale) benadering van het te bestuderen materiaal.

Wil je meer weten over een goede warming-up? Neem gerust contact met me op!