fbpx

Online muziekspelletjes zijn geen bedreiging voor onze muziekles

Ik krijg de vraag de laatste tijd vaak: Judith, al die online dingen die je nu met muziek kunt doen... Is dat eigenlijk geen bedreiging voor jouw werk? 

Weet je, en ergens snap ik die vraag hoor.. Maar ik zie het dus niet als bedreiging, maar als kans om mijn (vooral jongere) leerlingen ook op een andere manier met muziek bezig te laten zijn. 

Ik verwijs mijn leerlingen heel vaak naar deze pagina om ze (bijvoorbeeld in vakanties) extra te laten oefenen met muziekspelletjes om bijvoorbeeld hun gehoor te trainen. Het zijn dingen die we ook in de les doen in spelvorm, en waarmee ze thuis op deze manier spelenderwijs extra kunnen oefenen.. Meer dan eens komen ze vol enthousiasme terug na een vakantie om te vertellen hoe goed het gegaan is en hoe leuk het was... 

Sowieso gebruik ik vooral met jonge kinderen vaak ook spelvormen in mijn les, en hoewel collega's soms anders beweren blijkt dat juist de dingen die we op die manier aanpakken heel goed blijven hangen bij leerlingen.. Het komt vaak voor dat ze jaren later nog tegen me praten over dat ene spelletje waar ze toen leerden hoe de shuffle in elkaar zat...

Ik denk dus dat we de moderne technologie niet moeten weren, maar moeten omarmen. Het is waar de kinderen en jongeren van nu mee opgroeien en het kan ons helpen het muziekonderwijs nog meer dichtbij het kind te krijgen!

Samenspelen, samen leren, het belang van leerorkesten

Vandaag was ik op het symposium samenspelen, samen leren van Leerorkest Nederland.

En wauw, wat een ongelooflijk inspirerende dag was het voor mij als muziekdocent/docent blazersklassen maar ook zeer zeker ook voor mij als specialist uitvoering bij CultuurCompaan. 

Fantastische inzichten over wat samen muziek maken (maar eigenlijk voor kunst in het algemeen) voor mooie effecten heeft op kinderen en jongeren in het onderwijs, maar ook breder: de kracht van samen musiceren binnen het wijkgericht werken. 

Nadat Jacco Minnaard in het openingswoord vertelde over hoe er gewerkt wordt binnen de leerorkesten sprak  Erik Scherder over het effect van muziek op het brein. 

Geert Jan Stams sprak over hoe samen muziek maken bijdraagt aan de veerkracht van kinderen en hoe het spelen in een leerorkest een manier om te leren luisteren naar jezelf en naar anderen en zo een maatschappelijk opvoedingsideaal is. 

Na de pauze zat het leerorkest o.l.v. Rolf Hoogenberg op het podium van de kleine zaal van het Concertgebouw. Samen met Tania Kross werd met het aanwezige publiek een lied ingestudeerd voor koningin Máxima die het middagprogramma opende door een baton te overhandigen aan de concertmeester van het leerorkest. Haar reactie: ‘sorry, ik heb m’n handen vol, dus ik kan m even niet aanpakken!’ 😉 

We genoten van hoe de kinderen van het leerorkest geconcentreerd speelden. 

Voor wie nog niet zo in de materie zit:

In een leerorkest leren kinderen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs tijdens of na school niet alleen een instrument te bespelen, ook leren ze vaardigheden als concentreren, emoties verwerken, samenwerken en zelfwaardering. In 2005 startte het eerste leerorkest en inmiddels zijn er bijna veertig in Nederland en het Caribisch deel van ons koninkrijk.

Minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming hield een toespraak over rijksbrede wijkprogramma’s die kinderen een positieve vrijetijdsbesteding bieden. 

Oprichter van het eerste leerorkest Marco de Souza onderstreepte nog eens hoe belangrijk leerorkestdocenten zijn.  

Ron Meyer sprak vol trots over zijn regio Heerlen Noord. Helaas speelt armoede in die regio een grote rol. Dat is dan ook de reden dat daar een zogenaamd nationaal programma met steun van de Rijksoverheid is gestart in samenwerking met de gemeente en diverse maatschappelijke partners in de regio. Meyer sprak over  het belang van het leerorkest in het nationaal programma Heerlen Noord. ‘Als de omstandigheden de mens maken, laten we dan de omstandigheden menselijk maken’

Tot slot was het woord aan pedagoog Marcel van Herpen. Waar je vaak aan het eind van een lange dag wat ‘inkakt’ was dat in dit geval absoluut niet aan de orde!

Op een amusante manier bracht hij voor het voetlicht dat contact maken met je leerlingen  het allerbelangrijkste is. Persoonlijke betrokkenheid en ieder leerling de verantwoordelijkheid geven die hij of zij aan kan. Zonder relatie geen prestatie!

Met een hoofd vol inspiratie, een koffervol handvaten om mee aan de slag te gaan en herinneringen aan hoe de kinderen van het orkest genoten van hun optreden trek ik weer huiswaarts.

Ik werk op dit moment natuurlijk al met blazersklassen en zie de positieve uitwerkingen wekelijks met eigen ogen, maar hoe mooi zou het zijn om nog meer leerorkesten op te zetten in de omgeving Breda, maar zeker ook in de gemeente Woensdrecht en wat te denken van Roosendaal?! 

In ieder geval heb ik het statement voor meer  leerorkesten in Nederland ondertekend! Doe jij dat ook?

Bezuinigingen op het muziekonderwijs

Als gevolg van bezuinigingen sluiten muziekscholen steeds vaker de deuren. Natuurlijk vind ik dat als muziekdocent zeer betreurenswaardig, maar ik pleit ook wel voor een bredere kijk op muziekonderwijs.

In de Zembla-documentaire ‘Muziekschool in Mineur’ doet de Tilburgse trompettist Eric Vloeimans kortgeleden zijn beklag over de teloorgang van de muziekschool, en over het feit dat de resterende scholen breed bereik prefereren boven de ontwikkeling van (top)talent.

Rijk aanbod
Die documentaire keek erg vanuit één domein. Namelijk de muziekscholen zoals ze vijfentwintig jaar geleden waren: volledig ingericht vanuit de (Westerse) klassieke muziek.”

Natuurlijk mogen dergelijke muziekscholen er nog steeds zijn, maar onze maatschappij is niet meer dezelfde dan 25 jaar geleden.

Om me heen zie ik overal prachtige initiatieven van bevlogen muziekdocenten die op innovatieve manieren burgers proberen te bereiken door middel van muziek. Dat kan zowel binnen als buiten de vertrouwde muziekschool.

Een voorbeeld daarvan is de Classical Talent Award van het bekende orkest Camerata Zuid. Zij gaan langs op middelbare scholen en coachen muzikaal talent. Ook zie je dat steeds meer middelbare scholen licenties krijgen om als officiële Conservatorium-vooropleiding te dienen. En wat te denken van Meer Muziek in de Klas in het primair onderwijs, en blazersklassen en leerorkesten?
Veel professionele muziekdocenten starten als ZZP-er een eigen muziekpraktijk waar ze met leerlingen aan de slag gaan. Zelf werk ik ook niet op een muziekschool, maar als freelancer bij diverse muziekverenigingen in de regio. 

Al deze initiatieven samen zorgen voor
een rijk aanbod dat aansluit op de behoeften in onze samenleving. Alleen kan ik me voorstellen dat mensen het overzicht soms kwijtraken. 

Interdisciplinair
Er zijn dus meer wegen die naar Rome leiden. Dat het Rijk jaren geleden al de gemeentelijke toelages voor muziekscholen inperkte, leidde ertoe dat veel stadsbesturen zochten naar alternatieven.
Zo ontstonden de Centra voor de Kunsten, waar een bredere kunsteducatie centraal staat. Meer de ‘ontmoeting’ tussen verschillende kunstdomeinen, waarvan muziek er één is.

De ‘oude’ muziekschool zet muziek een beetje op een eiland, en daar hoort het in de huidige samenleving zeer zeker niet. De verbinding tussen de verschillende kunstdisciplines is juist zo waardevol en belangrijk.

Toegankelijk
Wat mij betreft moet het muziekonderwijs zich niet als eerste bezighouden met de ontwikkeling van (top)talent, maar veel meer op een breed bereik. Muziekeducatie moet voor iedereen toegankelijk zijn. Juist de genoemde initiatieven in het veld (en het muziekonderwijs op school, waar veel gemeentelijk geld dat oorspronkelijk was bedoeld voor de muziekscholen nu heen gaat) zorgen daar ook voor. En dat is wat mij betreft ook goed: de effecten van muziekonderwijs op het jonge brein zijn zo groot en belangrijk, dat wil je alle kinderen in Nederland meegeven. 

Veel muziekonderwijs is via programma’s als ‘Meer muziek in de klas’ verschoven van muziek- naar basisschool. Sommige Centra voor de Kunsten zetten hun docenten structureel in om naar basisscholen te gaan. Hun aanbod sluit aan bij de behoefte en de belevingswereld van het kind, dat dan haast vanzelf naar een meegebracht instrument grijpt.

Uitlaatklep
Toch moet ook de Rijksoverheid zich nog even achter de oren krabben vind ik, want kunst kun je niet puur zakelijk benaderen.
Want naast alle bewezen positieve invloeden van muziek op het brein moeten we als maatschappij vooral inzien dat kunst een uitlaatklep is, een middel om jezelf te uiten. Maar ook een manier om bruggen te slaan tussen verschillende groepen en culturen. Gezien deze waarde zou de Rijksoverheid per inwoner een bedrag kunnen reserveren. Niet alleen voor het muziekonderwijs, maar voor alle kunstdisciplines. Kunst draagt simpelweg bij aan ons welzijn en is alleen daarom al cruciaal.

Bericht naar aanleiding van de uitzending van Pointer

Zondagavond zat ik met een knoop in mn maag te kijken naar alweer de tweede aflevering van Pointer waarin het ging over grensoverschrijdend gedrag van hoofdvakdocenten op conservatoria. 

Ook op het instituut waar ik jarenlang studeerde. Inhoudelijk is het niet aan mij om iets over de situaties te zeggen, dat ga ik dus ook zeker niet doen.

Maar de uitzending raakte me wel en zette me enorm aan het denken. Een soort reflectie op mijn eigen studie, maar vooral ook op het muziekonderwijs in het algemeen. Want ik denk dat de aloude meester-gezel-relatie in het muziekonderwijs júist de ruimte biedt voor grensoverschrijdend gedrag. 

Al mijmerend bleek dat meer mensen de uitzending hebben gezien, want ik werd gebeld, geappt en gemaild door orkestleden die bezorgd om me waren en zich afvroegen of ik dergelijke dingen ook heb meegemaakt.
Heel lief, zonder meer… dankjulliewel voor deze bezorgdheid. 
Lieve lieve mensen, ik heb in het algemeen een top-tijd gehad tijdens mijn studie. Het was soms een ongelooflijk harde leerschool, maar ik ben gelukkig wel altijd met respect behandeld. 

Wat ik zelf doe in mijn rol als docent, en dat is iets wat ik ook anderen wil meegeven: ontwijk de meester-gezel-relatie. Wees als docent niet de alwetende professional. 

Ik wil als docent een coach, een kompas zijn: leerlingen zelf laten ontdekken en hen eigenaarschap geven over hun les en hun muziek. Op die manier blijft niet alleen de band tussen docent/coach en leerling in een meer natuurlijke balans, maar krijgt de leerling ook veel meer de mogelijkheid om zijn eigen creativiteit te laten stromen! En zo ontstaan werkelijk de mooiste dingen. Leerlingen hebben zoveel plezier in hun les en ikzelf kijk regelmatig verwonderd naar de toffe ideeën die dan soms boven komen. Ook voor mij als docent zijn de lessen dus leuker!

Ik heb weliswaar geen compleet vastgelegd plan per les, maar de muziek komt wel meer tot leven in een veilige omgeving, en dat lijkt me het allerbelangrijkste en tegelijk het allermooiste!

Docent en leerling hebben een gezamenlijk doel maar de weg daarnaartoe ligt niet van tevoren al vast.

Tsja en het doel is ergens voor elke leerling gelijk; namelijk hun eigen muzikaliteit tot bloei brengen, muziek laten leven ín hen. 

En het doel mag dan voor iedereen gelijk zijn, de lessen zijn dat zeker niet!  Want ieders muzikaliteit en interesse is anders! Niks heerlijker dan samen die persoonlijke ontdekkingstocht aan te gaan!

Belangrijk is het als docent om steeds goed te luisteren naar je leerling en daarop in te haken op een manier die bij die leerling past. Ik ben als docent altijd  ‘aan’ en een automatische piloot werkt in mijn lessen zéker niet. Samen met mijn leerlingen ontdek ik namelijk steeds nieuwe bijzondere (om)weggetjes waarlangs we uiteindelijk samen het doel  bereiken.

Voor collegae die meer wil lezen over deze insteek bij het lesgeven raad ik het boek ‘als de muziek er al is’ van Suzan Lutke aan. 

Wil jij na het lezen van dit artikel graag een (proef)les van me? Neem gerust contact met me op!

Dit is de geschiedenis van kerstmuziek

It’s beginning to look a lot like Christmas… Als de eerste kerstliedjes op de radio komen dan weet je het: Kerst is nu echt dichtbij! Er is geen enkel ander seizoen waarvoor we speciale muziek maken. Zo bijzonder is dat! En een kerstlied is ook echt heel anders dan een gewoon lied. Maar waarom luisteren we in deze periode kerstliedjes? Hoe lang doen we dat al? Kortom: wat is de geschiedenis van de kerstmuziek? Ik zocht het voor je uit!

Christmas carols

De eerste ‘kerstliederen’ werden duizenden jaren geleden voor het eerst in Europa gezongen. Je zag het misschien al aan de aanhalingstekens, je kon ze toen namelijk niet echt kerstliederen noemen. Het waren heidense liederen. Rond de kortste dag van het jaar – de winterzonnewende –  zongen mensen ze uit volle borst, terwijl ze dansten rond cirkels van stenen.

Het Engelse woord voor kerstlied ken je vast wel: christmas carol. Carol betekent eigenlijk ‘zingen en dansen in een kring’. Het komt van het Oud-Griekse woord ‘choros’, dat dezelfde betekenis heeft. Grappig toch? Deze ‘carols’ werden duizenden jaren geleden trouwens gedurende alle seizoenen gezongen. Maar de traditie om ze rond kerst te zingen, is de enige die de tands des tijds heeft doorstaan

De eerste kerstliederen

Hele vroege Christenen namen de heidense viering van de winterzonnewende over en gaven mensen Christelijke liederen om te zingen, in plaats van de oorspronkelijke heidense stukken. In 129 kondigde een Romaanse bisschop aan dat het lied ‘Angel’s Hymn’ gezongen moest worden tijdens de kerstdienst in Rome. En ander oud Christelijk kerstlied werd in 760 geschreven voor de Grieks-Orthodoxe kerk. En dat was in feite het startschot: overal ter wereld werd nu kerstmuziek geschreven. Maar populair waren die kerstliederen totaal niet. Ze werden namelijk allemaal in het Latijn gezongen, en dat kon de gewone burger natuurlijk helemaal niet begrijpen

Populaire kerstliederen in de 13e eeuw

Zo rond de Middeleeuwen hadden mensen weinig interesse in kerstmuziek. Ze hadden zelfs helemaal geen zin meer in het vieren van Kerst (say what!?). Dit veranderde gelukkig allemaal door Franciscus van Assisi. Franciscus organiseerde vanaf 1223 in december speciale Kerst-toneelstukken. De acteurs in deze toneelstukken zongen liederen die het verhaal van Jezus en zijn familie vertelden.

Soms waren de refreinen in het Latijn, maar meestal werden de liederen in de taal gezongen die de toehoorders konden verstaan. Al snel werden deze kerstliederen populair in Frankrijk, Spanje, Duitsland en andere Europese landen. Overigens: deze eerste kerstnummers waren allesbehalve waarheidsgetrouw. Het kerstverhaal werd gebruikt als creatieve inspiratiebron, maar de toneelstukken en liederen waren vaak pure fantasie

Wassailing

De ‘Christmas Carol’ dook voor het eerst in Engeland op in 1426. Kapelaan John Awdlay verspreidde in dat jaar een lijst met 20 ‘caroles of Christmas’, waarschijnlijk gezongen door een groep 'wassailers' die van huis naar huis gingen. De Nederlandse vertaling van ‘wassailing’ is ‘drinkgelag’. En dat zegt genoeg toch? Wassailers gingen zingend van deur naar deur en boden daarbij een flinke slok drank aan, in ruil voor hun zegening (en soms cadeaus).

“Love and joy come to you,
And to you your wassail too;
And God bless you and send you
a Happy New Year.”

Kerstliederen werden verbannen

In de jaren 1640 kwamen de Puriteinen aan de macht in Engeland. En daarmee kwam accuut een einde aan het zingen van de verzonnen kerstliederen. Hetzelfde gold voor alle andere populaire kersttradities. Het werd gezien als heidens! Gelukkig overleefden de kerstliederen. Mensen bleven ze thuis, onder vrienden en familie, gewoon zingen en doorgeven aan hun kinderen. In het geheim.

Boeken vol kerstmuziek

Pas in het Victoriaanse tijdperk (1837 tot 1901) werden de oude kerstliedjes op grote schaal herontdekt. Ze werden verzameld door William Sandys. In 1833 bracht hij het boek 'Christmas Carols Ancient and modern' uit. In dit boek verschenen o.a. voor het eerst bekende kerstliedjes als ‘God Rest Ye Merry Gentlemen’ en ‘Hark! The Herald Angels Sing’. In de decennia daarna volgden nog veel meer kerstmuziekboeken. En zo wonnen de nummers aan populariteit. Steeds meer componisten en artiesten maakten nieuwe kerstmuziek. In de 20ste eeuw werden de liederen steeds minder religieus. And the rest… is history

Wat zijn de oudste kerstliedjes die we kennen?

Twee van de oudste kerstliederen die we nu nog kennen zijn ‘Jesus refulsit omnium’ (waarschijnlijk heel slecht door mij vertaald als ‘Jezus verlicht ons allen’ – mijn Latijn is nogal roestig). Het muziekstuk stamt uit de 4e eeuw (ergens tussen 310 en 367). Het is een Latijnse, Christelijke hymne. Een ander eeuwenoud kerstnummer stamt uit de 12e eeuw. Het is een van oorsprong Frans nummer, dat nog steeds wordt gezongen.

Het lied heet in het Engels ‘The Friendly Beasts’. De moderne tekst is geschreven door Robert Davis. Het lied gaat over de dieren die aanwezig waren in de stal toen het kindje Jezus werd geboren. 

Zo, dat was 'm! Zullen we nu een kerstliedje spelen? 😉

Het effect van muziek op ons brein

Muziek raakt je: het doet je verwonderen, verbazen, emotioneren, herinneren, het verbindt je met anderen. Muziek grijpt in op de diepste structuren in het brein. We leren het zelfs eerder dan taal.

Breinwetenschapper Erik Scherder signaleert de laatste jaren een stroomversnelling in de neurowetenschappelijke ontdekkingen over de gunstige effecten van muziek. Of het nu Bach of Beyoncé is, muziek maakt ons gezonder, aardiger en stabieler. Ik was onlangs bij een lezing van professor doctor Erik Scherder en ik vond het fantastisch. 



Hoe ons brein opbloeit van muziek

Vraag Erik Scherder naar het effect van muziek op onze hersenen en hij lepelt het ene na het andere onderzoek op. De hoogleraar verwierf landelijke bekendheid met zijn inspirerende tv-optredens over de gunstige invloed van bewegen op het brein. Door hem werden talloze Nederlanders zich ervan bewust dat ze veel te veel zitten, en dat dat knap slecht is voor hun hersenen.

Op de hometrainer in zijn werkkamer werkte Scherder zich de afgelopen tijd door stapels wetenschappelijk onderzoek naar de heilzame breineffecten van muziek. In 2017 publiceerde hij er een boek over, Singing in the brain. En als 65-jarige ging hij meteen ook maar op vioolles – als kind al een hartenwens.

‘Op een ochtend werd ik wakker en dacht ik ineens: het is nooit te laat voor die viool. Mensen van rond mijn leeftijd die voor het eerst een instrument gaan bespelen, krijgen namelijk extra activiteit in hun prefrontale cortex.

En wie wil dat nou niet? Juist die cortex is bij veroudering één van de kwetsbaarste onderdelen van het brein. Muziekles houdt hem langer fit, waardoor het geheugen scherper blijft en het probleemoplossend vermogen op peil wordt gehouden.’

Hij glimlacht: ‘Oké, ik houd de veroudering er niet mee tegen, dat zie je wel aan mij. Maar de ouderdom zonder tegengas over je heen laten komen, dat hoeft nou ook weer niet.’

Eerder dan taal

Scherder, aan de VU hoogleraar neuropsychologie en aan de Rijksuniversiteit Groningen hoogleraar bewegingswetenschappen, signaleert de laatste jaren een stroomversnelling in de neurowetenschappelijke ontdekkingen over de gunstige effecten van muziek.

‘Neem dat mooie Amerikaanse onderzoek bij kinderen die muziekles krijgen en die van hun 6de tot 9de werden gevolgd. Deze kinderen blijken over de hele linie beter te presteren. Hun hersenbalk, de verbinding tussen hun beide hersenhelften, is bij hen dikker geworden door het musiceren.

Linker- en rechterhelft werken dus beter samen, wat hun brein flexibeler maakt. En nog meer goed nieuws: je hoeft er niet eens goed voor te zijn in muziek – áls je maar muziek speelt, dat is al voldoende.’

Verbaasde blik: ‘Onvoorstelbaar toch, dat het muziekonderwijs is wegbezuinigd in Nederland? Muziek is zó goed voor je algehele ontwikkeling. Het raakt je: muziek doet je verwonderen, verbazen, emotioneren, herinneren, het verbindt je met anderen.

Muziek grijpt in op de diepste structuren in het brein. We leren het eerder dan taal: al in de buik van onze moeder veranderen onze ademhaling en hartslag zodra we daarbuiten muziek of gezang horen. Muziek is een psychofysiologisch oermechanisme van de mens.’

Aardige musici

Uit lichamelijk onderzoek is gebleken dat muziek onze hartslag verlaagt, de bloeddruk laat dalen, de spieren ontspant, pijn kan verlichten, de productie van stresshormonen afremt, ons makkelijker in slaap kan doen vallen, en dat zelfs het immuunsysteem er beter door kan gaan functioneren.

Wie veel naar muziek luistert, loopt dus minder kans ziek te worden. Hoe werkt dat precies in ons brein?

‘Er is niet één plekje aan te wijzen waar muziek wordt verwerkt,’ zegt hij terwijl hij met zijn hand over de gehele buitenkant van het kunststof brein strijkt.Hij trekt de twee helften uit elkaar, waardoor ook de belangrijke binnenste, dieper gelegen gebieden zichtbaar worden. ‘Het hele brein doet mee, dat is nou juist het unieke van muziek. Bij onze meeste andere gedragingen zijn veel minder gebieden tegelijk zo actief.’ Muziek activeert simultaan verscheidene breingebieden die in een netwerk van zenuwbanen met elkaar in verbinding staan, legt hij uit.

‘Bij het luisteren naar muziek zijn al aardig wat breingebieden tegelijkertijd actief, maar bij het spelen ervan nog meer, omdat dan ook de motorische en visuele delen van het brein meedoen. Muziek maken is dus nog verrijkender voor de hersenen dan muziek luisteren.’

De meeste breingebieden die actief zijn bij muziek, zowel bij het beluisteren als maken, liggen ver uit elkaar. De zenuwbanen ertussen moeten grote afstanden afleggen, en dat maakt deze breinsystemen tot de meest complexe die we hebben.

Scherder: ‘Het zijn juist onze complexe systemen die de meeste stimulatie veroorzaken. Dat maakt muziek zo goed voor het brein, want hoe meer stimulatie het ontvangt, hoe beter het in conditie blijft.’

Muziek luisteren en spelen houdt onze breinnetwerken niet alleen actief, het versterkt ze ook. De muzieknetwerken blijken intensief verbonden te zijn met de taalgebieden, waardoor muziek ons taalgevoel kan stimuleren.Ook is gebleken dat kinderen die pianoles krijgen, betere verbindingen ontwikkelen tussen gebieden in de voor- en achterkant van hun brein, wat een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van hun empathische vermogens.

Scherder: ‘En bij ouderen die muziek luisteren of spelen, wordt onder meer de prefrontale cortex sterker. Daardoor is hij beter in staat een rem te zetten op de amygdala, die de motor achter negatieve prikkels en angstsignalen in het brein is. Veel muziek luisteren of spelen maakt je dus tot een aardiger, stabieler, positiever mens.’ Zo kan muziek ook een positieve invloed hebben op bijvoorbeeld kinderen die gevlucht zijn uit oorlogsgebieden.

Soort orgasme

Hoe is het mogelijk dat muziek zo’n rechtstreeks effect heeft op onze emoties? Dat komt doordat de hersengebieden die betrokken zijn bij het verwerken van emoties, ook een rol spelen bij het verwerken van muziek.

Het diep in de hersenen gelegen beloningssysteem blaast een stevig partijtje mee, en dan met name de stof dopamine, een oppeppende neurotransmitter.

Scherder beschrijft wat er dan gebeurt in de hersenstam, een gebied onder in de hersenen dat belangrijke basisfuncties vervult zoals ademhaling en bloedsomloop: ‘Zodra de hersenstam klanken opvangt die we prettig vinden, spuit hij dopamine naar het beloningssysteem, waardoor het op play gaat en we genieten van muziek. Van dat beloningssysteem is al bekend dat het reageert bij seks en drugs, maar naar nu blijkt dus ook bij rock-’n’-roll.’ 😉 

Ons beloningssysteem reageert op de verwachtingen die we tijdens muziek hebben, legt Scherder uit. ‘Als het bijvoorbeeld een song herkent waar je in het verleden een goed gevoel van kreeg, zet het meteen de poorten open voor opnieuw dat zalige gevoel. Maar ook houdt het in de gaten: wanneer komt dat heerlijke refrein nou?

Zodra Pharrell Williams dus na zijn aanloopje eindelijk ‘Because I’m happy’ begint te zingen, gaat je beloningssysteem helemaal los.’ Hij gniffelt: ‘Het is eigenlijk een soort orgasme. Zo’n kick krijg je ook bij een onverwachte wending in de muziek: dat vinden onze hersenen ook erg lekker.’

En dan is er nog de verbinding tussen het beloningssysteem en het bewegingscentrum. Bij muziek maken, maar ook bij alleen luisteren wordt dat bewegingscentrum – onze motoriek – geprikkeld. ‘Het verklaart waarom we zo vaak de neiging krijgen om op muziek mee te bewegen,’ zegt Scherder.

Heavy-metalstress

Doet Bach hetzelfde met ons als Beyoncé? Zijn er soorten muziek die meer effect hebben dan andere? Niet echt, zegt Scherder.

‘Maar wel is van één muziekgenre bekend dat het schadelijk kan zijn: heavy metal. Onderzoek heeft aangetoond dat de meerderheid van de luisteraars er stress en hoge bloeddruk van krijgt.’

Al zijn er natuurlijk veel melodieën die grote groepen mensen aanspreken, muziek is vooral iets heel persoonlijks, benadrukt hij. ‘Ieders brein is uniek en maakt op zijn eigen manier chocola van de klanken die binnenkomen. Dat heeft met allerlei zaken te maken.

Zoals welke muziek je in je jeugd hoorde, welke herinneringen je bij bepaalde muziek hebt, of er innerlijke beelden in je opkomen: een mooi landschap, vogels, zee, wind, de galop van een paard… Die dingen roepen op hun beurt emoties op.’

Dat betekent dus ook dat al die gunstige effecten van muziek pas optreden als we muziek luisteren waar we van houden? ‘Ja,’ zegt Scherder, ‘dat is wel een voorwaarde.’

Hoe krachtig het effect van iemands favoriete muziek kan zijn, is soms te zien bij patiënten met dementie. Mensen die zich niets meer lijken te herinneren, amper nog reageren en niet meer praten, veren ineens op wanneer ze een liedje uit hun jeugd horen.

Hun ogen gaan stralen, ze zingen en tikken met hand of voet foutloos mee, en kunnen zelfs weer even antwoord geven op vragen. ‘Ontroerend als je dat ziet gebeuren bij een patiënt,’ weet Scherder uit ervaring.

‘Dat verschijnsel heeft alles te maken met het langetermijngeheugen voor muziek. Bij de ziekte van Alzheimer blijft dat het langst gespaard. Voor mij laat dat zien hoe diep muziek verankerd ligt in de hersenen.’

Iets soortgelijks gebeurt bij mensen die een beroerte hebben gehad en niet meer kunnen praten. Met behulp van muziek of zingen lukt het hen vaak weer een beetje te leren spreken. Muziek heeft bij deze patiënten ook een positieve invloed op hun denkvermogen, slaap-waakritme en stemming, zegt Scherder.

‘Die laatste effecten van muziek luisteren zijn inmiddels ook vastgesteld bij depressie en angststoornissen.’ Hij legt uit wat muziek kan betekenen voor parkinsonpatiënten, die kampen met een stilgevallen dopamineproductie.

Dopamine helpt bij de signaaloverdracht tussen zenuwcellen; stokt die, dan wordt de aansturing van de spieren en dus het bewegingsapparaat aangetast. Bij mensen met parkinson kan het ritme van muziek de dopamineproductie enigszins op gang brengen, waardoor ze in bepaalde situaties weer kunnen lopen. Muziek is zeker geen haarlemmerolie, maar het kan de gevolgen van dit soort nare aandoeningen wel enigszins verlichten.’

Wil je meer weten over muziek en je brein? Lees dan het boek 'Singing in the Brain'.

Daarom zijn al die muziektermen in het Italiaans!

Laatst was het weer zover: een (jonge) leerling van me was zich aan het voorbereiden op een theorie-examen A. Het ging hem goed af, en eigenlijk snapte hij het meeste wel. Toch had hij nog wel één vraag aan de juf: 'Waarom zijn al die muziekwoorden toch in het Italiaans?' 
En omdat ik denk dat veel van jullie dat ook wel graag willen weten hier mijn antwoord!


Dat is omdat Italië eeuwenlang (15e, 16e en 17e eeuw) het centrum van de muziek is geweest. Denk aan Monteverdi en Gabrieli.
Italië lag mijlenver voor op de rest van Europa. Alle nieuwe muziekstijlen uit die tijd zijn daar ontstaan. Denk alleen maar even aan de opera!
Wie in die tijd in Europa professioneel de muziek in wilde, ging in Italië studeren. Veel van wat er daar gecomponeerd werd ging niet Europa door, omdat het simpelweg niet begrepen werd, en omdat er in de rest van Europa geen goede plekken waren om het uit te voeren. Bijvoorbeeld stukken voor 3 koren die hoog boven het publiek tegenover elkaar stonden. Ook later heeft Italië heel veel goeie componisten geleverd, waaronder Puccini, Rossini en Verdi. Daarom is het Italiaans onomstreden.

Eigenlijk net zoals nu Engels de voertaal is in de techniek, daar is ook nooit 'gedoe' over!

Enne, toen ik ooit een cursus Italiaans volgde was de docente in haar nopjes met een musicus in haar klas. Ze zei "Italiaans is de meest muzikale taal ter wereld, en wat bijzonder dat jij die nu van mij gaat leren!" Italiaans is een hele zangerige taal. Zo klinken de muzikale termen als ze in het Italiaans worden uitgesproken meteen al heel muzikaal. Mooi gesproken van de Italiaanse juf, maar de échte reden voor al die Italiaanse termen in de muziek, die heb je hierboven gelezen!

De schoonheid van toonladders!

Het is dagelijkse kost voor menig musicus: toonladders spelen. Het is de warming up: de vingers worden gestrekt, de spieren wakker geschud en de geest in startpositie gebracht voor nieuwe muzikale reizen. Het is tegelijk ook een check-up voor de techniek: is de plaatsing in orde, is elke toon juist getroffen en vol van klank, zit er geen hapering in de gang naar boven en de afdaling naar beneden?

Toonladders: de meeste beroepsmusici zullen ze spelen zonder acht te slaan op de schoonheid en gebruiken ze dagelijks puur functioneel. Veel amateurs vinden toonladders maar vervelend en weten niet goed waarom ze eigenlijk die vervelende dingen moeten oefenen. Daarover heb ik eerder al een blog geschreven.
Maar toonladders kunnen ook heel mooi zijn, en daarover schrijf ik vandaag!

Wat is een toonladder?

Maar eerst de theorie. Want wat is een toonladder eigenlijk ook alweer?

Een toonladder is eigenlijk niets meer dan een opeenvolging van noten in een bepaalde vaste volgorde. In de westerse muziek zijn het rijtjes van zeven noten. Denk aan de lessen in The Sound of Music waarin Maria de kinderen Von Trapp de namen van noten in een toonladder leert met ezelsbruggetjes:

Doe, a deer, a female deer
Ray, a drop of golden sun
Me, a name I call myself
Far, a long, long way to run
Sew, a needle pulling thread
La, a note to follow Sew
Tea, a drink with jam and bread
That will bring us back to Do (oh-oh-oh)

Do-re-mi-fa-so-la-ti-do!

De meeste klassiek geschoolde musici studeren twee soorten toonladders. De majeur toonladder en de mineur toonladder.

Wat is majeur en wat is mineur?

Zoals zo vaak, loopt de theorie mijlenver achter op de praktijk. En de praktijk van toonladders laat zich moeilijk in theorie vangen. Al sinds de mensheid probeert om muziek in woorden te vangen, in een theoretisch kader te plaatsen, lezen we over rijtjes van opeenvolgende tonen. De oude Grieken hadden al een ingewikkeld systeem van tetrachorden (rijtjes van vier tonen) die weer aan elkaar gekoppeld konden worden.

Lang verhaal kort: in de middeleeuwen transformeerde men het Griekse systeem tot een systeem van de zogenaamde kerktoonladders (oftewel modi, enkelvoud: modus). De namen van die verschillende modi waren afgeleid van hun Griekse voorgangers uit de Oudheid. Bovendien kregen deze modi elk ook een karaktereigenschap mee, van blijmoedig tot droevig, van mystiek tot harmonieus. Deze karakters werden bepaald door verschillen in de onderlinge toonafstanden binnen de toonreeksen van de modi. Dus niet elke toonafstand in elke modus was gelijk.    

Tot aan de barok waren deze modi in gebruik. In muziek van voor de barok zijn in de door de componisten gebruikte melodieën vaak karaktervolle elementen aan te wijzen die zijn terug te voeren op specifieke modi. Maar tijdens de barok verandert er iets in de wijze van componeren, en dat had ingrijpende gevolgen.

Van lineair naar verticaal

In plaats van lineair te denken (dus in melodieën met tegenmelodieën, waarbij elke stem in principe even belangrijk is), gaat men veel meer verticaal denken. De opeenvolging van bepaalde samenklanken wordt belangrijker. Bovendien en gelijktijdig krijgt men de voorkeur voor twee kerkmodi, te weten de ionische (onze majeur) modus en de aeolische (onze mineur) modus. Hun klankbeeld is bepalend geweest voor de westerse muziekgeschiedenis. Dit zijn de twee toonladders waaruit het merendeel van de klassieke muziek is opgebouwd.

De derde toon

Het grootste verschil tussen een majeur en een mineurtoonladder is de derde toon van de toonladder. Deze is bij een mineurtoonladder lager dan bij een majeurtoonladder (een kleine terts in plaats van een grote terts).

De basis van majeur- en mineurtoonladders is zoals aangegeven vanaf de barok zeer bepalend geweest voor de ontwikkeling van de westerse muziekgeschiedenis. Richting het einde van de negentiende eeuw werden de mogelijkheden binnen dit systeem van toonladders echter steeds verder opgerekt. Vroeg in de twintigste eeuw namen een aantal componisten, waaronder Arnold Schönberg en Anton Webern daarop een radicaal besluit. Daarover zal ik later nog een keer vertellen.

Toonladderfiguren

Vanaf de barok zijn in de muziek dus veel toonladderfragmenten te horen. Ook veelvoorkomende muzikale frases vanaf deze periode zijn drieklanken. Bij een drieklank vliegt men hink-stap-sprongsgewijs door de toonladder heen, waarbij men alleen de belangrijkste tonen aanraakt.

Hopelijk heb je door het lezen van dit blog wat meer geleerd over toonladders en ga je ook hun schoonheid ontdekken en ze niet meer alleen zien als een noodzakelijk kwaad.

Muziek is eigenlijk een soort wiskunde..

Eerder schreef ik hier over contrapunt, waarbij twee melodielijnen gelijktijdig worden gespeeld. De componisten uit die tijd hadden meteen door welke samenklanken samen mooi waren en welke iets minder. Maar waarom was nou die samenklank van een kwint wél mooi en die van een seconde juist niet? Wie heeft dat dan bedacht? Ik neem jullie mee naar het gedachtegoed van de Oude Grieken! 

Pythagoras

Volgens de legenden hoorde Pythagoras – de beroemde filosoof en wiskundige uit de zesde eeuw voor Christus – toen hij langs een smidse liep, hoe de verschillende hamers ook verschillende klanken op het aambeeld voortbrachten. Het bracht hem op een idee hier iets mee te doen, want het frustreerde hem behoorlijk dat de mens wel een passer en liniaal had uitgevonden om zichtbare zaken op te meten en een weegschaal om voorwerpen te wegen, maar dat er nog geen methode was om klanken in ‘meetbare eenheden’ te noteren.

Pythagoras
(Romeinse kopie naar een Grieks origineel, Musei Capitolini)

Zijn experimenten leidde tot de ontwikkeling van een ‘monochord’, een eensnarig instrument waarvan Pythagoras de kam heen en weer kon schuiven om de snaar korter of langer te maken. En met dit instrument deed Pythagoras zijn beroemde ontdekkingen over de relatie van de lengte van de snaar en de toonhoogte, misschien wel hét basisbeginsel van de muziektheorie.

Werd de snaar met de helft bekort, dan klonk de toon een octaaf hoger. Wiskundig kun je dit uitdrukken met de getalsverhouding 1:2. En met andere eenvoudige verhoudingen van de getallen vond Pythagoras ook het interval kwint (2:3) en kwart (3:4). Klinkt misschien ingewikkeld maar de uitdrukkingMuziek is geometrie’ is dan ook van Pythagoras.

Een snaar in beweging geeft een bepaalde toon.
De snaar wordt met de helft bekort: de toon klinkt een octaaf hoger.

Harmonie der sferen

Pythagoras constateerde echter nog iets anders: wanneer hij tokkelde op een snaar, zag hij deze trillen én hij hoorde een geluid. Ergo conclusio: beweging is geluid en geluid is beweging. Aangezien de planeten bewegen, maken zij dus geluid. En omdat de Oude Grieken van mening waren de omlooptijden van de planeten gelijk was aan verhoudingen die Pythagoras voor het octaaf, kwint en kwart had gevonden, waren deze intervallen ook in de zogenaamde macrokosmos (de wereld buiten de aarde) te horen. Men sprak in dat verband over ‘harmonie der sferen’.

“De harmonische natuur van muziek reflecteert de harmonie van de schepping” (Pythagoras)

Juist deze gedachtegang pikte men in de middeleeuwen weer op en verbond het aan een christelijk wereldbeeld. Ook in de middeleeuwen sprak men over een macrokosmos (dus daar waar God en de engelen wonen) en een microkosmos (daar waar de mens leeft).

In de macrokosmos is wat God geschapen heeft, intact gebleven. In de microkosmos, op aarde dus, is na de zondeval zoals die in Genesis 3 wordt beschreven, de goede orde verloren gegaan.

De goede orde was volgens de middeleeuwers gebaseerd op bepaalde, goede getalsverhoudingen. Want immers, zo staat in Wijsheid van Salomo 11:21 (inmiddels een apocrief Bijbelboek), God heeft alles in maat, getal en gewicht geordend. En in 1 Korintiërs 14:33 staat dat “God niet een God van wanorde is, maar orde”. Die goede orde is in de macrokosmos dus nog aanwezig.


Goddelijke orde in muziek

Als de mens in de microkosmos zich zou richten op de getalsverhoudingen die in de macrokosmos dus nog bestaan – en dat zijn dan de getalsverhoudingen waar Pythagoras het al over had – dan zou men zicht krijgen op de orde die God ook voor de microkosmos geschapen had.

Omdat deze getalsverhoudingen in de muziek hoorbaar zijn – namelijk als de intervallen octaaf, kwint, kwart, terts etc – kan de mens door middel van muziek de goddelijke orde weer beleven. De mens kan dan terugkeren bij de schoonheid en harmonie van de ongerepte schepping.

En zo kregen de intervallen octaaf, kwint, kwart en terts de intervallen het predicaat consonant (aangenaam klinkend). Andere intervallen, zoals de secunde en de septiem kregen het predicaat dissonant en diende men te vermijden. Althans, geen nadruk op te leggen. Het waren dan ook consonante intervallen waarop de eerste meerstemmige muziek is gebaseerd.

Maar muziek met alleen consonante intervallen zou toch wel een saai beeld opleveren. Dus de volgende keer schrijf ik over wat meer spannende klanken!


Zelf transponeren in 3 stappen!

In dit artikel leg ik je uit hoe je muziek transponeert. Ofwel, hoe je muzieknoten in bladmuziek één of meer halve tonen hoger of lager zet. Dit kun je doen met een computerprogramma, maar het is ook leerzaam om het helemaal zelf, in 3 stappen, met de hand te kunnen. Is dat simpel? In het begin niet, maar als je rustig alle stappen volgt, dan gaat het je zeker lukken! 


    WAAROM BLADMUZIEK TRANSPONEREN?

    Zomaar een paar redenen waarom je bladmuziek zou willen transponeren:

    • Stemming: sommige muziekinstrumenten zijn anders gestemd, zoals een trompet of een klarinet; deze zijn in B♭ gestemd. Dit betekent: wanneer een klarinettist een C in de bladmuziek ziet staan en deze speelt, dan klinkt de C als een B♭, een hele toon te laag dus. Dit geldt ook voor alle andere noten. In bladmuziek voor bijvoorbeeld een orkest is hier al rekening mee gehouden en wordt de klarinetpartij opzettelijk een hele toon te hoog genoteerd. Maar stel dat je een partij wilt spelen die eigenlijk voor, laten we zeggen, sopraanblokfluit bedoeld is (die is in C gestemd), dan zul je de partij zelf een hele toon hoger moeten zetten.
    • Bereik: om je aan te passen aan het bereik van bijvoorbeeld een zanger. Dus stel dat je een zanger begeleidt op piano, maar dat de zanger de hoogste noten niet kan halen, dan moet je het misschien één of enkele tonen lager spelen.
    • Lastige toonsoort: als de muziek in een lastige toonsoort staat. Over het algemeen vormen toonsoorten met veel kruizen of mollen de grootste uitdaging voor de muzikant. Dit kan echter ook verschillen per instrument. Op een gitaar is E majeur of E mineur een voor de hand liggende toonsoort vanwege de makkelijke grepen, terwijl op de piano de toonsoort C majeur weer het meest comfortabel speelt.

    MUZIEK TRANSPONEREN MET SOFTWARE

    De makkelijkste manier om bladmuziek te transponeren, is met notatiesoftware. Ik gebruik bijvoorbeeld zelf Finale, maar je kunt ook kiezen voor Sibelius of zelfs voor MuseScore, een gratis programma!
    Hoe het transponeren binnen deze softwarepakketten werkt, is een kwestie van de betreffende handleiding raadplegen! In elk geval kun je ervoor kiezen om de noten eerst handmatig in te voeren, om vervolgens te kiezen voor het aantal tonen dat de muziek omhoog of omlaag moet. Sommige software heeft ook een scan-functie. Je kunt dan bladmuziek inscannen en importeren, om die vervolgens te transponeren. Je moet daarbij wel altijd goed opletten of de muziek goed wordt overgenomen van het origineel!


    MUZIEK MET DE HAND TRANSPONEREN

    Het transponeren met de hand kun je op muziekpapier doen of in notatiesoftware. Dat laatste is eigenlijk niet nodig natuurlijk, omdat de software het automatisch kan doen voor je. Het handmatige proces bestaat uit drie stappen en vergt wel de nodige aandacht. In het begin is het in elk geval een kwestie van nauwkeurig onderstaande stappen volgen en niet te veel nadenken over waarom dit nu allemaal zo in elkaar zit. Het begrip komt vanzelf.

    WAAROM MET DE HAND?

    Soms is het gebruik van automatische transpositie door notatiesoftware, om wat voor reden dan ook, geen optie.
    Maar het allerallerbelangrijkst is dat handmatig transponeren superleerzaam is! Je krijgt langzaamaan een beter begrip van hoe toonladders en toonsoorten in elkaar zitten. En als je een beetje houdt van puzzelen, vind je het na verloop van tijd misschien nog wel leuk ook.

    Muziek transponeren - Doe het zelf in 3 stappen

    STAP Ⅰ: VOORTEKENS AANPASSEN

    1. Hoeveel tonen hoger/lager moet de muziek worden? Voorbeeld: je wilt 1 hele toon hoger (= dus 2 halve tonen).
    2. Kijk naar het aantal voortekens dat helemaal aan het begin van jouw muziekstuk staat, in de kantlijn. Voorbeeld: het stuk heeft 2 kruizen.
    3. Zoek de twee kruizen op in de toonsoorten-afbeelding hierboven en ga het benodigde aantal stappen (= het aantal halve tonen) naar boven of naar beneden. Voorbeeld: we willen de muziek met twee halve tonen verhogen, dus we gaan twee stappen met de klok mee in de cirkel. Je ziet dat we daarmee van twee naar vier kruizen gaan.
    4. Nog een voorbeeld: stel, je moet een kwart omhoog en laten we zeggen dat je een muziekstuk hebt zonder voortekens. Een kwart is 5 halve tonen. Als je 5 stappen omhoog gaat vanaf ‘geen voortekens’ kom je uit op één mol. Je getransponeerde stuk krijgt dus één mol in de kantlijn.

    STAP Ⅱ: NOTEN VERSCHUIVEN OP DE NOTENBALK

    1. Je ziet dat de twaalf toonsoorten in de toonsoorten-afbeelding verdeeld zijn in zeven blokken (je herkent ze aan de grijze lijnen).
    2. Tel het aantal blokken dat je omhoog of omlaag gegaan bent. Voorbeeld: we gingen van twee naar vier kruizen. Je ziet in de cirkel bovenaan dat we één blok omhoog gegaan zijn. 
    3. Eén blok omhoog betekent: alle noten in je muziekstuk moeten één positie omhoog in de notenbalk. Eén positie omhoog =  als de noot tussen de lijntjes staat, zet je hem óp de lijn erboven. Of als de noot óp de lijn staat, zet je hem ertussen.
    4. Nog een voorbeeld: je gaat van ‘geen voortekens’ naar één mol. Dat is drie blokken omhoog, dus ook drie posities omhoog op de notenbalk.
    5. En nog een laatste voorbeeld. Stel dat je van drie kruizen omlaag gaat naar vier mollen. Die staan in hetzelfde blok, dus dan hoef je niets te doen met de positie van de noten! Wel moet je straks misschien nog correcties doen (zie Stap Ⅲ).


    STAP Ⅲ: TOEVALLIGE VOORTEKENS TOEVOEGEN

    Let op: vanaf nu mag je de noten niet meer omhoog of omlaag schuiven. Met andere woorden: de letter mag niet meer veranderen! Je mag alleen nog maar werken met kruisen, mollen, herstellingstekens, dubbelkruisen en dubbelmollen.

    Goed, kijk of er toevallige voortekens in je muziek staan. Zo ja, dan moet je hier iets mee doen. Maar wat? Simpelweg kopiëren kan niet, want dan zullen er vaak fouten ontstaan. Stel je zelf altijd de vraag: wat wil de componist duidelijk maken met dit toevallige voorteken?

    Voorbeeld 

    Muziek transponeren - Doe het zelf in 3 stappen

    Wat wil de componist in bovenstaand muziekstuk aan de linkerkant zeggen? Hij zegt: je verwacht hier een C, maar je moet deze een halve toon hoger spelen: een C♯. In de getransponeerde muziek, rechts, moeten we éigenlijk een D♭ spelen volgens de voortekens in de kantlijn, maar die moet dus een halve toon hoger worden. Ga je vanaf de D♭ een halve toon omhoog, dan kom je uit op de D. Je moet dus een herstellingsteken plaatsen.

    Zo moet je steeds goed nadenken bij het transponeren. In het begin zul je hier waarschijnlijk best wel moeite mee hebben. Blijf steeds rustig de stappen volgen en denk goed na, dan zul je merken dat het je steeds beter afgaat!

    Succes!