fbpx

Dit is waar ik het voor doe: angsten overwinnen

Ik had eens een leerling, ik zal 'm Jacco noemen. Hij was 7 jaar en hij wilde dolgraag trompet spelen. Thuis had ie het hoogste woord over dat ie wilde drummen. Zo stoer en vol vertrouwen als een jochie van 7 kon zijn. Maar toen ie eenmaal mijn leslokaal binnenstapte was het opeens toch wel heel spannend en kroop ie een beetje weg bij zijn moeder. Verlegen en onzeker, een beetje bang zelfs.

Ineens leek die stoere droom heel onbereikbaar en deze stap te groot en eng. Tranen maakte zich van hem meester, en hij wilde het liefst omdraaien en terug naar huis gaan. Maar een half uur later liep hij grijnzend van oor tot oor door de gang volop aan zijn moeder vertellend hoe geweldig ik wel niet was, en hoeveel plezier hij had gehad met zijn toffe trompet. Oh ja, en thuis zou ie het meteen aan papa gaan laten horen hoor! Lachend keek ik hem na.

De eerste lessen

Tijdens die eerste lessen probeer ik altijd zo snel mogelijk om mijn nieuwe leerling een fijn gevoel te geven; samen plezier maken en een succeservaring geven. Op persoonlijk niveau in contact komen met de leerling, zijn verhaal leren kennen. 
En weet je wat het is? Die transformatie van angst naar plezier vindt elke week opnieuw in het klein weer plaats. Je leert immers iedere keer nieuwe dingen. Steeds zet je als leerling een nieuwe spannende stap. Dat geldt uiteraard ook voor volwassenen die lessen volgen.

Wil jij of je kind dit ook ervaren?

Heb jij een kind hebt dat snel zenuwachtig, onzeker of angstig is en je wil hem/haar een onvergetelijke ervaring wilt geven die zijn/haar zelfvertrouwen zal vergroten? Neem contact met me op voor een proefles.  Je kind zal ook die transformatie kunnen ervaren en de kracht van muziek maken zal je kind helpen om uit zijn/haar schulp te kruipen en meer zelfvertrouwen te krijgen! En natuurlijk enorm veel plezier te beleven. Maar pas wel op: dat plezier werkt aanstekelijk en voor je het weet heb je een klein muzikantje rond lopen dat ook zo’n stoere trompet of trombone wil en de hele dag muziek wil maken!


Levenslessen

Muziek maken is geweldig. Helemaal onbevooroordeeld ben ik natuurlijk niet. Zelf optreden, magie op het podium maken vind ik onbetaalbaar. Maar ook leerlingen horen en zien spelen tijdens les of op het podium is ook echt zo fantastisch.

Maar het is soms ook écht ongelooflijk hard ploeteren. Zoals bij alles in het leven neem je jezelf altijd mee. Je bagage, je fun en je faalangst, alles. Vooral het spelen van een blaasinstrument is soms zo kwetsbaar, juist omdat je adem er zo belangrijk voor is. Het komt echt uit de kern van je lichaam.

Ik had ooit een meisje op trompetles die een aardig rugzakje met zich meedroeg. Het was een lief meisje, maar je zag aan haar dat ze het ook ergens heel moeilijk had. Maar ze kwam trouw op les iedere week en ze oefende keurig thuis.  Als docent is het dan een enorme uitdaging om te voelen hoe je het gaat aanpakken met zo'n leerling. Met iedere leerling trouwens, want geen enkele leerling is hetzelfde en dus is mijn aanpak ook bij iedere leerling anders! Iedereen neem informatie op een andere manier op, iedereen is op een eigen manier creatief, maar ook kwetsbaar. En bij zoiets gevoeligs als muziek maken is die kwetsbaarheid heel belangrijk, maar ook mega-spannend.

Muziek maken is voelen! Aan de ene kant mag je dat heel letterlijk nemen: voel je welke spieren je gebruikt? Voel je waar je adem zit? Maar het gaat ook om emotioneel voelen. Voel je de muziek? En voel je waar bij jou blokkades zitten? Bij jonge kinderen benoem je dat laatste  niet natuurlijk, maar in het proces komt het vanzelf voorbij. Door muziekles in het algemeen en koperblaasles in het bijzonder werk je niet alleen aan je muzikale skills maar van lieverlee ook aan je karakter. Bij het meisje waarover ik net schreef verdween na een aantal jaren haar blokkade en haar zelfvertrouwen groeide. De angst voor wat onbekend was maakte voorzichtig plaats voor eigenheid en personality.

En het mooie is: dat hóór je en dat zie je. Ik zal eerlijk zeggen: ik kan soms best wel geëmotioneerd raken als ik zie dat zoiets gebeurt zo vlak voor mn neus. Wat onwijs mooi dat ik op die manier mag beleven dat mijn leerlingen soms inzichten krijgen die je misschien zelfs wel levenslessen mag noemen. Ook dat is waar ik het voor doe!

Dít is waar ik het voor doe: zelfvertrouwen

Maar nu het optreden wel heel erg dichtbij kwam voelde ze zich lang niet zo zeker meer.

Ze liep naar haar moeder: “Ik wil niet meer!” We liepen even naar hen toe omdat we wel zagen wat er aan de hand was. “Durf je niet?”, vroeg haar moeder. Ze wist het niet en de tranen stonden haar nader bij dan het lachen. We probeerden haar uit te leggen dat zenuwen en een beetje bang voor het onbekende heel logisch waren, maar dat we zeker wisten dat het haar ging lukken.

Wanneer moet je een kind (of een mens) gewoon even een duwtje in de spreekwoordelijke rug geven, en wanneer moet je als docent of ouder zeggen: als je het echt niet ziet zitten proberen we het gewoon een volgende keer. Ik neig zelf naar het eerste. Want wat is nou echt het allerergste als het ‘mis’ gaat. Want die angst ligt er waarschijnlijk aan ten grondslag. Uit ervaring weet ik dat zo’n podiummoment een mooie ervaring én een leerschool is. Uit je comfortzone stappen, je angsten overwinnen, een stap in het onbekende zetten.

Tot onze opluchting stapte ze tóch het podium op. En wat denk je… ze speelde fantastisch! Ondanks haar zenuwen kon je zien dat ze in praktijk bracht wat we in de les hadden behandeld. De zaal voelde met haar mee en het resultaat was een staande ovatie toen haar optreden klaar was. Verraste ogen en een onzekere glimlach op haar gezicht. Trots stapte ze het podium; een totaal ander gevoel dan enkele minuten daarvoor!

Jaren later zit ditzelfde meisje nog steeds bij me op les. Inmiddels heel wat lessen én optredens achter de rug. En inmiddels ook flink wat centimeters gegroeid in lengte maar ook in zelfvertrouwen.

Dat is waar we het voor doen!

Luister naar jezelf!

Wanneer je muziek aan het maken bent, ben je veel verschillende dingen tegelijk aan het doen. Een tromboneleerling die afgelopen week bij mij op les kwam, had er moeite mee: noten lezen, de juiste positie erbij bedenken, de ritmische bouwstenen herkennen. Het valt ook niet mee! Toch is er iets wat je er zeker ook nog bij moet blijven doen: luisteren! 


Luisteren

Natuurlijk weet iedereen wel dat muziek is om naar te luisteren, maar wanneer je zelf degene bent die de muziek maakt is dat niet altijd gemakkelijk en gaat het ook zeker niet altijd vanzelf! Toen ik hem vroeg om het nog eens te spelen en goed te luisteren of het eigenlijk wel klopte wat hij deed, was het verschil goed te merken! Nu hoorde hij wanneer hij een foute noot speelde en kon 'ie het ook zelf deze corrigeren!

De gouden Tip

Muziek maken is multitasken in het kwadraat, en wij mensen zijn daar eigenlijk niet voor gemaakt! Dat tijdens het studeren het luisteren er wel eens bij inschiet is dus niet zo raar. Maar hoe los je dat dan op? De gouden tip hiervoor is: verplaats steeds je aandacht. Geef jezelf steeds een andere opdracht, bijvoorbeeld:

  • let de eerste keer dat je het speelt vooral op de vingerzetting
  • de volgende keer luister je goed of het allemaal klopt wat je doet
  • de keer erna luister je of het ook echt allemaal mooi klinkt
  • dan kun je weer gaan focussen op andere dingen

Als je op 1 specifiek ding focust betekent dit dat je andere dingen dan misschien niet helemaal goed doet. Maar door steeds van aandachtspunt te wisselen, zal je niet snel fouten instuderen en heb je meer aandacht om ook echt te horen wat je doet!

Dus, niet vergeten:
Je oren zijn het belangrijkste hulpmiddel om fouten op te sporen en deze te corrigeren!

Veel studeerplezier!

Tips voor ouders van leerlingen!

Vandaag een blog-artikel speciaal voor ouders van kinderen die op muziekles zitten! Als docent krijg ik vaak veel vragen: hoe vaak moet mijn kind studeren? En hoe lang? En hoe kan ik hem of haar helpen om dit ook echt te doen? Vandaag ga ik daar allemaal dieper op in!

Om maar meteen te beginnen met de eerste vraag: ideaal zou natuurlijk zijn als een kind dagelijks studeert! En dat hoeft echt geen uren te zijn hoor. Elke dag 10 minuutjes is al heel goed, en zeker voor jonge kinderen. Beter vaker een korte tijd studeren dan 1x in de week heel erg lang. Herhaling is de beste leermeester!

En dan; hoe kun je als ouder het oefenen stimuleren?

  • Zorg dat het net zo’n gewoonte wordt als tandenpoetsen.
    En bedenk dat het aanleren van een nieuwe gewoonte volgens sommigen wel veertig dagen kost. Wees dus vooral in het begin alert op het dagelijks studeren, daar heeft jouw kind later profijt van.
  • Realiseer je ook dat veel kinderen beginnen met muziek maken op een leeftijd dat ze nog geen huiswerk van school hebben; ze zijn dus nog niet gewend aan iets thuis te ‘moeten’.
  • Het helpt dan om vaste momenten op de dag te kiezen om te oefenen: bijvoorbeeld voor/na het ontbijt en/of avondeten
  • Zorg dat het instrument voor het grijpen ligt (een trompet die klaarstaat op een standaard in de kamer nodigt natuurlijk veel meer uit dan het exemplaar dat in de hoek van de kamer in een koffer is opgeborgen
  • Zorg voor een muziekvriendelijke omgeving (maak zelf veel muziek, toon interesse en ga niet klagen als er vals wordt gespeeld, dat hoort erbij)

Maar hoe zorg je dat je kind het leuk blijft vinden?

  • Spelen in een orkest of bandje is superleuk voor een kind, en zeker ook voor pubers. Niet voor niets is het credo: muziek maken doe je samen! Stimuleer dus altijd musiceren in groepsverband! Zoek samen naar een band of orkest die aansluit bij jouw kind.

Zorg wel dat je je kind niet teveel pusht. Als je merkt dat muziekles en het bespelen van een instrument echt niet lekker loopt bij jouw kind, blijf dan niet dwingen maar kijk samen waarom het niet lukt en of er misschien iets anders is wat beter bij jouw kind past!

bariton, euphonium, hoe zit het nou?!

euphonium

Bouw en kenmerken

Het euphonium en de bariton staan beiden gestemd in Bb. De bariton (ook soms tenorsaxhoorn genoemd) behoort tot de saxhoorngroep terwijl het euphonium (ook soms tenortuba genoemd) tot de tubafamilie behoort.
De afgelopen weken kreeg ik weer zoveel vragen over baritons en euphoniums, en opmerkingen dat dat toch hetzelfde is.. Dus vandaag voor eens en voor altijd: de verschillen tussen deze twee instrumenten! 

Het verschil tussen de bariton en het euphonium

Tenorhoorn, tenortuba, bariton, euphonium. Allemaal namen voor hetzelfde instrument? Nee! De tenorhoorn is het instrument dat door Adolf Sax is ontwikkeld. Het is de voorloper van zowel de bariton als het euphonium. Met tenortuba wordt het tenorlid van de tubafamilie bedoelt. Hiermee kan ook de bariton en het euphonium bedoeld worden. Maar wat is nu het wezenlijke verschil tussen bariton en euphonium?

Een veel gehoorde verklaring is dat baritons drie ventielen hebben en euphoniums vier. Dat dit niet waar is blijkt uit onderstaande plaatjes. De twee bovenste instrumenten zijn baritons en de twee onderste zijn euphoniums. Van allebei bestaat dus een exemplaar met drie en met vier ventielen.

bariton met drie ventielen bariton met vier ventielen

euphonium drie ventielen euphonium vier ventielen

Het echte verschil is dat het euphonium wijder gebouwd is dan de bariton. De buis van de bariton is cilindrisch en de buis van het euphonium conisch. Dit is te merken aan het feit dat de stembuis van de bariton op twee manieren in het instrument te schuiven is en de stembuis van een euphonium maar op één manier in het instrument past. Door deze verschillen is het geluid van de bariton wat lichter en helderder en het geluid van het euphonium voller, krachtiger en warmer. Het woord euphonium is afgeleid van de Griekse woorden 'eu' en 'phone' die 'goed' en 'geluid' betekenen. Een treffende naam voor een instrument met een diepe, rijke toon.

Mondstukken – de stiftboring

De stiftboring van het mondstuk staat niet alleen in relatie met bepaalde onderdelen van het mondstuk, zoals de rand, cup en boring, maar ook met de boring van het instrument zelf.

Wanneer de stiftboring te klein is zal het hogere register vaak ‘week’ zijn en vaak ook wat aan de lage kant qua stemming. Wanneer de stiftboring te groot is zal het mondstuk niet genoeg weerstand bieden en zal de speler snel vermoeid zijn.

Het niet mogelijk om stiftboringen te rangschikken op maat omdat ze ook veel van vorm verschillen. Door vorm en maat te combineren maak je de klank donkerder of helder, breng je de stemming om hoog of omlaag of het geeft een breder of minder brede klank.

Het effect wat je wilt verkrijgen hangt af van de combinatie van de cup en de boring samen met de stiftboring.




De Boring


De meeste standaard mondstukken beschikken over een medium boring. Een medium boring biedt een goed register, goeie intonatie en geeft meer uithoudingsvermogen voor allround werk.

Het is niet goed om te denken dat een kleinere boring het spelen in het hoge register makkelijker maakt. Integendeel zelfs, het beïnvloedt het hele register, hoge noten zijn te laag qua stemming, en lage noten klinken te hoog.

Een mondstuk met een enorm grote boring zal het moeilijk maken om pianissimo te spelen. Aan de andere kant zal een grote boring een bredere klank bieden.

Het mondstuk – de cup







> Diepte

Over het algemeen zal een mondstuk met een grote en/of diepe cup de stemming van het instrument verlagen, terwijl een klein en/of ondiep mondstuk de stemming zal verhogen. Daarom is het belangrijk om een passende cup te vinden bij de stemming van het instrument. Verder zal iedere muzikant voor hem- of haarzelf een mondstuk met een passende cup moeten zoeken omdat iedere muzikant beschikt over een ander embouchure, blaastechniek en mondinhoud.

Grote cups zullen het volume versterken en dit resulteert in een volle en warme toon.

De diepte van de cup komt overeen met de stemming en de lengte van het instrument, en tot op zekere hoogte ook de boring. Bijvoorbeeld voor het verkrijgen van de heldere klank van een piccolo trompet zal men een mondstuk moeten te kiezen met een ondiepe cup, daarentegen zal voor een donkere en warme klank van een bugel (flugelhorn) een mondstuk moeten kiezen met een diepe cup. Om deze rede is het niet aan te raden om cornet of trompet mondstukken met verloopstukjes te gebruiken op een bugel. Een muzikant met een medium boring Bb/C trompet of cornet zal niet een cup moeten kiezen welke minder diep is dan de ‘C’ cup of, indien gewenst, de ’B’ of ‘A’ cup van Vincent Bach. Een uitzondering voor de jazz muzikanten die continu in het hoge register spelen en een heldere klank willen hebben. Zij kunnen het best kiezen voor een ondiep mondstuk als bijvoorbeeld de Vincent Bach 3D, 3E, 3F of 5SV.

Bij het zoeken naar het juiste mondstuk moet je dus in je achterhoofd houden dat de keuze van een bepaald mondstuk de speler zowel de lage als hoge noten goed kan spelen, met een warme en brede klank in het volledige register.

diepe cupondiepe cup


> Diameter

Het is te adviseren dat alle koperblazers – professionele artiesten, beginners of studenten; symfonie, concert of jazz orkest – het grootste mondstuk te gebruiken dat men aan kan, met een redelijk diepe cup. Een groot mondstuk zal de speler voorkomen de lippen te forceren bij het uitoefen van veel drug tijdens het spelen in het hoge register, zal de lipspieren trainen om zelf het werk te doen en het embouchure zal zichzelf snel automatisch in de juiste positie brengen. Studenten die starten op een groot mondstuk zullen over het algemeen na verloop van tijd een mooie natuurlijke toon ontwikkelen met een uitstekend hoog register.

De voordelen van een groot mondstuk met een redelijk diepe cup zijn een natuurlijke en compacte toon in alle registers terwijl de speler zal profiteren van toenemende lipcontrole, grotere flexibiliteit en zal het missen van noten voorkomen. Een groter mondstuk zal meer comfort bieden omdat het een mooie volle toon biedt, zelfs wanneer de lippen gezwollen zijn door vermoeidheid.

Het regelmatig ‘kicksen’ van noten wijst er vaak op dat het mondstuk te klein is en misschien ook te ondiep. Een kleine cup diameter geeft de lippen niet genoeg ruimte om te trillen, wat noodzakelijk is voor verkrijgen van een rijke en volle toon.

grote cupkleine cup

De rand van het mondstuk

Een koperblaasmondstuk moet een medium wijde rand hebben, voorzien van een redelijke scherpe afronding naar de cup toe. Wanneer dit mondstuk op de juiste wijze op de lippen wordt geplaatst zullen de lippen de vrijheid hebben om zich voor- en achterwaarts te bewegen. Voor hogere tonen zal je je lippen ietwat terug moeten trekken, terwijl voor het spelen van lagere tonen de lippen juist ontspannen moeten worden.

Een redelijk scherpe rand zal niet in de lippen 'snijden' wanneer het mondstuk goed op de mond wordt gezet: met het midden van het mondstuk op (of iets boven) de horizontale lijn van de lippen met een hoek van 90 graden met de voortanden. Soms is het nodig de onder kaak een klein stukje naar voren te plaatsen zodat de voortanden (boven en onder) recht onder elkaar vallen.

Wanneer een speler klaagt dat de scherpe rand in zijn of haar lippen snijd, wijst dit erop dat in de meeste gevallen het instrument naar beneden ‘wijst’ zodat de lippen niet kunnen rusten tegen het vlakke gedeelte maar tegen de scherpe binnenrand. Een redelijk scherpe rand herinnert de speler er aan dat de houding van het instrument niet correct is.

Het gebruik van een mondstuk met een te ronde rand is niet aan te raden. Met een smalle rand is het niet mogelijk om de druk gelijkmatig over de lippen te verdelen. Met andere woorden: een te smalle rand zal zich vlug 'afzetten' in de lippen, waardoor de speler vlug moe wordt.

Een speler met een normaal embouchure en normale lippen zal de voorkeur geven aan een mondstuk met een medium-wijde rand. Dit biedt hem zowel voldoende flexibiliteit als uithoudingsvermogen. Een te brede rand beperkt de lipspieren en de flexibiliteit. Het effect zal snel opvallen bij het snel wisselen van hoge naar lage tonen en visa versa. Brede randen kunnen mogelijkerwijs een oplossing zijn voor spelers met dikke en kwetsbare lippen.

Spelers die de slechte gewoonte hebben om hoge tonen te forceren door het mondstuk sterk tegen hun lippen te drukken of muzikanten die regelmatig het mondstuk tegen hun lippen 'smakken' tijdens het marcheren zullen ook de voorkeur hebben om mondstukken te gebruiken met een medium wijde rand.

Hoe dan ook, zelfs spelers met zeer dikke lippen en muzikanten in fanfare en harmonieorkesten of showbands zouden de voorkeur hebben voor medium wijde randen als er goed mee uit de voeten kunnen. Mondstukken met brede randen zal het spelen met te veel druk voor hoge noten bevorderen in plaats van de lippen het werk te laten doen.

Een (te) smalle rand zal een grotere flexibiliteit bieden, echter de smalle rand zal zich vlug 'afzetten' in de lippen, waardoor de bloedcirculatie wordt afgeknepen. Hierdoor zal het embouchure snel afnemen en de speler vlugger vermoeid zijn.

brede randsmalle rand
ronde randscherpe rand

over koperblaasmondstukken (dl 1)

Vandaag starten we met een serie over koperblaasmondstukken. Henk Rensink, die tot voor kort mondstukaanmetingen deed, is helaas gestopt met zijn praktijk, maar een goed mondstuk is wel van levensbelang voor een mooie klank én plezierig spelen.
Vandaar dus deze serie!

De keuze voor het beste mondstuk is vaak een veel groter probleem dan de keuze van een instrument. Veel muzikanten, vooral beginners, selecteren vaak een mondstuk met bijvoorbeeld een wijde en ronde rand omdat het comfortabel aanvoelt op de lippen. Ze realiseren echter niet dat een mondstuk met bijvoorbeeld een scherpere rand een aanzet biedt met meer zekerheid, of dat een iets minder wijde rand o.a. meer flexibiliteit biedt. Dus let op: “Het mondstuk dat het beste aanvoelt, hoeft zeker niet altijd het beste te spelen.”

Professionele muzikanten in grote symfonie orkesten en gevorderde studenten geven vaak de voorkeur aan grote mondstukken als de Vincent Bach maten 1X,1B1C1¼C1½B1½C2½C, of 3C. Deze muzikanten willen graag wat een groot mondstuk hun biedt, namelijk een zo groot mogelijke en brede toon en geen achteruitgang van de kwaliteit en het volume bij het spelen in het hoge register. 

Amateur-muzikanten die relatief weinig spelen zouden beter uit de voeten kunnen met een kleiner mondstuk.
Een mondstuk met grotere cup laat meer liptrillingen toe, waardoor dus het volume van de toon zal toenemen. Een groter mondstuk heeft de neiging de ruimte tussen de lippen een klein beetje te openen waardoor er een zuivere toon ontstaat omdat de lippen elkaar niet raken. Ook zal het gebruik van een groot mondstuk de muzikant voorkomen noten in het hoge register te forceren en zullen de lippen bij het spelen in het hoge register gestimuleerd worden om correct gebruikt te worden zonder er te veel druk op uit te oefenen. 

Een koperblazer moet voor een mondstuk kiezen wat hem of haar een solide en compacte toon verschaft, met een groot volume. Dit mondstuk zal de toonkwaliteit van een minder goed instrument verbeteren en zal een goed instrument nog beter laten spelen. Verwacht natuurlijk niet dat je de problemen van een gebrekkig en slecht instrument hiermee oplost.

Een zorgvuldig gekozen mondstuk zal een positief effect hebben op het embouchure, de aanzet, tongtechniek en het uithoudingsvermogen van de speler.

Kies niet voor een bepaald mondstuk omdat een bepaalde muzikant ook dit mondstuk gebruikt. Kies het mondstuk dat jou de beste klank geeft. Muzikanten hebben namelijk nooit dezelfde lippen of tanden. Wat voor de één ideaal is, kan voor een ander totaal onbruikbaar zijn.

Het zou dus verstandig zijn om in bijvoorbeeld een winkel verschillende mondstukken uit te proberen. Laat jezelf ook geen mondstukken verkopen die “net zo goed” zullen zijn als Bach (of een ander merk) of een mondstuk met toevallig hetzelfde nummer als dat van een ander merk.

Volgende keer gaan we dieper in op wat elke koperblazer over mondstukken zou moeten weten!