fbpx

Maak je eigen muzikale memory!

Het is bijna voorjaarsvakantie, maar het weer werkt nog niet heel erg goed mee. Niet getreurd, want ik heb een goede tip om in de vakantie lekker muzikaal bezig te zijn! Namelijk met het maken (en daarna spelen) van je eigen muzikale memory-spel!


Je kunt kiezen uit twee varianten:
- een spel waarbij iedereen mee kan doen omdat je steeds 2 dezelfde plaatjes moet hebben.
- een spel waarbij de deelneemt al iets van muziek moeten weten, omdat je op het ene kaartje de naam en op het andere plaatje het teken gaat zetten.

Kies zelf welk spel je wilt gaan maken. Of maak ze gewoon allebei!

Voor het maken van 1 spel heb je nodig:

2 vellen A4, stevig papier (wit of gekleurd, wat je leuk vindt)
Potlood en gum
Schaar
Liniaal
Je muziek(theorie)boek


Nou, daar gaan we:

Zorg dat je 24 vierkante precies even grote kaartjes maakt.  Knip of snij de vierkantjes netjes recht.

Voor spelvariant 1:
– Teken steeds op 2 kaartjes precies hetzelfde (gebruik je muziekboek als voorbeeld):
een G-sleutel, een F-sleutel, een notenbalk, een maatstreep, herhalingstekens, een hele noot, een halve noot, een kwart noot, een halve noot met punt, driekwartsmaat, vierkwartsmaat, een slotstreep. Of iets anders uit je muziekboek. 
(als je al wat verder bent kun je misschien ook versieringen of articulatievormen kiezen)



Voor spelvariant 2:
-Teken op het ene kaartje iets uit je muziekboek en schrijf met letters op het andere kaartje wat je getekend hebt. Je tekent bv. op het ene kaartje een G-sleutel en op het andere kaartje schrijf je: G-sleutel. Zo doe je het ook met de andere kaartjes. 
Als je al wat verder bent kun je weer lastigere dingen gebruiken, zoals bijvoorbeeld versieringen.
Als je het spel straks gaat spelen en je draait de getekende G-sleutel om, moet je dus weten hoe die heet om het bijpassende kaartje te kunnen vinden.

Het is handig als je de kaartjes in een doosje of envelopje bewaart, dan blijven ze netjes en kun je ze later nog eens gebruiken.

Klaar om te spelen?
Leg alle kaartjes met de lege kant naar boven. Ga er in een kring omheen zitten. De jongste mag beginnen. Draai 2 kaartjes om zodat iedereen kan zien wat erop staat. Zeg hardop wat je op de kaartjes ziet. (Als je het niet goed weet, mag iemand je helpen). Zijn het 2 kaartjes die bij elkaar horen? Dan houd je die kaartjes apart en mag je nog een keer draaien. Horen de kaartjes niet bij elkaar? Dan is de volgende aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle kaartjes “op” zijn. Degen die de meeste kaartjes heeft, is de winnaar!

Veel plezier!